Hermeneutiek les 3

Hermeneutiek les 3
Inscriptie: van taal naar tekst
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FilosofieHBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hermeneutiek les 3
Inscriptie: van taal naar tekst

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Ik kan het verschil tussen langue en parole toepassen.

Ik kan uitleggen wat de semantische autonomie van een tekst inhoudt.

Slide 2 - Slide

Terugblik
gebeuren en betekenis

verstaanshorizon

betekenis, continuïteit en verschuiving

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Puzzel
10 min.

Slide 5 - Slide

correcte zin
incorrecte zin
Dat heb jij gedaan
Ik zal handhaven
Ik zal gisteren boodschappen doen
Ik ging dat morgen doen
Voor Abraham was, ben Ik
Hij heeft maar één hersen
Ze stonden verbaasd
Het kost zeventig-en-vier gulden
Wij hebben de schat gevind

Slide 6 - Drag question

PAROLE

taaluiting
concreet gebeuren
individueel
beperkt
spreker


LANGUE

taalsysteem
algemene regels
collectief
totaal
geen spreker

Slide 7 - Slide

Vraag
Behoort een geschreven tekst tot parole of langue?

Slide 8 - Slide

Fixatie
  • centraal gezag (politiek)
  • market relationships = rekenregels?? (economie)
  • archieven (geschiedenis)
  • rechterlijke uitspraken (jurisprudentie)

Slide 9 - Slide

Spreker en bericht
  • dialogische situatie: betekenis (tekens) en bedoeling (functie) aan elkaar verbonden
  • what does it mean? / what do you mean?
  • non-dialogische situatie: betekenis losgekoppeld van bedoeling
  • 'semantische autonomie': de tekst spreekt voor zich
  • spreker wordt auteur

Slide 10 - Slide

Meerduidigheid







Hij at sprinkhanen en wilde honing

Slide 11 - Slide

Twee extremen
  • intentional fallacy: de betekenis van de tekst valt samen met de bedoeling van de auteur
  • death of the author: de tekst is een werkelijkheid op zich, spreker/auteur is niet relevant

Slide 12 - Slide

Voor de volgende keer...
bericht en luisteraar
bericht en code
bericht en verwijzing

Slide 13 - Slide

ROOSTER
Wanneer wil wie presenteren?

Slide 14 - Slide