H5 - Imperatief

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Sleep de juiste vormen naar de juiste plek
Imperatief
Geen imperatief
Ga de boodschappen doen.
Ik ga de boodschappen doen.
Ik moet naar de markt
Koop bananen.
Ren naar de groenteboer.
Jij moet naar de Jumbo
Doe de boodschappen.

Slide 2 - Drag question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Naar de markt gaan.

Slide 3 - Open question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Je groente en fruit eten.

Slide 4 - Open question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Naar bananen en mango's zoeken.

Slide 5 - Open question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Spekjes in de supermarkt halen.

Slide 6 - Open question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Mijn boodschappen op de markt kopen.

Slide 7 - Open question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Brood bij de bakker kopen.

Slide 8 - Open question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Met openbaar vervoer reizen.

Slide 9 - Open question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Een kopje koffie drinken.

Slide 10 - Open question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Tegen je vrienden lief doen.

Slide 11 - Open question

Lees de zin en maak er een imperatief van:
Dat nog een keer zeggen.

Slide 12 - Open question