Tekstdoelen en lay-out

Vandaag:

  • Herhaling § 4 Tekstdoelen en publiek 
  • Uitleg § 6 Lay-out
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Vandaag:

  • Herhaling § 4 Tekstdoelen en publiek 
  • Uitleg § 6 Lay-out

Slide 1 - Slide

Planning 
Welkom ( 5 minuten)
Herhaling  § 4 Tekstdoelen en publiek  (25 minuten)
Wat leren we vandaag? =>  § 6 Lay-out (25 minuten)
Aan de slag! (20 minuten)
Evaluatie les (5 minuten)

Slide 2 - Slide

LEERDOELEN:
- je kunt tekstdoelen, de bedoeling van de schrijver en het publiek van de tekst herkennen en benoemen
- je kunt de lay-out van een tekst en de functie van afbeeldingen herkennen en benoemen 

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Waar vind je de hoofdgedachte vaak?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Wat is het doel van dit bord?
A
overhalen
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
overhalen
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 10 - Quiz

Noem de vijf tekstdoelen.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Wat is het doel van dit gedicht?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 21 - Quiz

 Lay-out van een tekst
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 22 - Slide

Lay-out (opmaak) van een tekst
Elke tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak. 
  • titel, tussenkopjes
  • lettertype, lettergrootte
  • kolommen
  • tekstkleur

De lay-out van een tekst is dus hoe de tekst eruit ziet.


Slide 23 - Slide

Afbeeldingen(pictures)
- Vaak worden ook afbeeldingen gebruikt om de tekst te ondersteunen. 
- Een schrijver kan bijvoorbeeld gebruikmaken van foto’s, tekeningen, schema’s, (land)kaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen.

Slide 24 - Slide

Functies afbeelding 
 
De afbeelding is bedoeld om:

  • de aandacht van de lezer te trekken.
  • nieuwe informatie aan de tekst toe te voegen.
  • de tekst duidelijker te maken.
  • de lezer aan te sporen om iets te doen

Slide 25 - Slide

Bekijk en lees de tekst.

Slide 26 - Slide

Wat is de functie van de afbeelding in het midden?
a. aandacht trekken
b. informatie toevoegen
c. tekst duidelijker maken
A
aandacht trekken
B
informatie toevoegen
C
tekst duidelijker maken

Slide 27 - Quiz

Welke functies zijn het belangrijkste bij een poster?
A
Aandacht trekken en je tot handelen aanzetten.
B
Informatie uit de tekst duidelijker maken.
C
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
D
De lezer amuseren.

Slide 28 - Quiz

Behoren tekeningen, schema's, landkaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen ook tot de afbeeldingen in een tekst?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Wat is het doel van de poster van het voedingscentrum?
A
Leerlingen bewust maken van gezonde tussendoortjes.
B
Leerlingen bewust maken van een gezonde lunch.
C
Leerlingen bewust maken van een gezond diner.
D
Leerlingen bewust maken van gezond eten in het algemeen.

Slide 31 - Quiz

Hoe wordt de lay-out van een tekst ook wel genoemd in het Nederlands?
A
Titelpagina
B
Opmaak
C
Bladwijzer
D
Uiterlijk

Slide 32 - Quiz

Wat is GEEN functie van de lay-out van een tekst?
A
De aandacht van de lezer trekken
B
Nieuwe informatie toevoegen
C
Informatie verduidelijken of benadrukken
D
De tekst opvrolijken met leuke elementen

Slide 33 - Quiz

Wat hoort bij de lay-out van een tekst?
A
de lengte van de zinnen
B
de signaalwoorden
C
de woordkeuze van de schrijver
D
het lettertype

Slide 34 - Quiz

Welke uitspraak is waar?

A
Als je de hoofdzaken van een tekst wilt vinden, lees je meestal alleen de inleiding.
B
De belangrijkste informatie in een tekst noem je bijzaken.
C
De lay-out van een tekst helpt altijd om de hoofdzaken te vinden.
D
In de eerste en laatste zin van elke alinea staat altijd de hoofdzaak.

Slide 35 - Quiz

Je wilt snel het onderwerp van de tekst te weten komen. Noem drie elementen van de tekst of de lay-out die je daarbij helpen.
A
slot
B
titel
C
inleiding
D
afbeelding

Slide 36 - Quiz

Wat valt niet onder de lay out van een tekst?
A
De titel
B
De kernzinnen
C
Grafieken
D
Lettergrootte

Slide 37 - Quiz

De lay-out van een tekst heeft te maken met
A
het soort taalgebruik
B
hoe de tekst eruit ziet en of er plaatjes zijn
C
het lettertype
D
of er kleur in een tekst is gebruikt of niet

Slide 38 - Quiz

Ik kan de lay-out van teksten beschrijven
ja
een beetje
nee

Slide 39 - Poll

Aan de slag!
Wat?  § 6 Lay-out Maak opdrachten online
Hoe? Individueel 
Waar? Op je iPad
Tijd? 20 minuten
Hulp? Overleg (fluisterend) eerst met je maatje. Kom je er samen niet uit, steek dan je vinger op!
Klaar? Kijk goed na of je alles hebt nagekeken en verbeterd!! 

Slide 40 - Slide

LEERDOELEN:
- je kunt tekstdoelen, de bedoeling van de schrijver en het publiek van de tekst herkennen en benoemen
- je kunt de lay-out van een tekst en de functie van afbeeldingen herkennen en benoemen 

Slide 41 - Slide