Nieuwsbegrip 'Bordspel razend populair' niveau C

Bordspel razend populair
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bordspel razend populair

Slide 1 - Slide

Lesdoel: 
Je leest de tekst actief aan de hand van sleutelvragen en oefent met het beantwoorden van toetsvragen.

Leesdoel: 
Na het lezen van de tekst weet je meer over de geschiedenis en de populariteit van bordspellen.

Slide 2 - Slide

  • Wat gaan we doen?
  • Welke bordspellen speel jij weleens?
  • De tekst lezen + sleutelvragen maken
  • Vragen bij de tekst maken

Slide 3 - Slide

Bron: NOS, 22 november 2020

Slide 4 - Slide

Welke bordspellen ken je of doe je zelf weleens?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

1. Waaruit blijkt dat bordspellen razend populair zijn?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

2. Waarom speelden mensen duizenden jaren geleden spelletjes? En is dat anders dan nu?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

3. Welke reden voert Tim Wildschut aan voor de populariteit van bordspellen. En welke reden voert Ad Vingerhoets aan?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

4. Welke nog niet eerder genoemde reden voert Margot Zijtregtop aan voor de populariteit van bordspellen?

5. Hoe komt het volgens Richard Janssen dat sommige populaire spellen nog steeds moeilijk verkrijgbaar zijn?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

6. Welke mogelijkheden staan er in de tekst om een bordspel te spelen?

Slide 15 - Open question

Het beantwoorden van vragen

Tips voor open vragen
• Onderstreep belangrijke woorden in de vraag. Zoek hiermee het antwoord in de tekst.

Tips voor meerkeuzevragen
1. Lees de vraag eerst goed, zonder naar de antwoorden te kijken.
2. Bedenk wat het antwoord is. Zoek dan het antwoord dat hier het best bij past.
3. Streep voor jezelf eerst de antwoorden weg die je zeker niet goed vindt.
4. Kies altijd het BESTE antwoord.

Slide 16 - Slide

Open nu de tekst
'Bordspel razend populair' (Teams)
en maak de opdrachten.

Slide 17 - Slide

Een tekst kan op verschillende manieren ingeleid worden. Bijvoorbeeld door:
1 de nieuwste inzichten uit recent onderzoek te noemen,
2 een deskundig persoon het onderwerp te laten introduceren,
3 een samenvatting van de tekst te geven,
4 een voorbeeld bij het onderwerp van de tekst te geven,
5 vragen te stellen waarop de tekst een antwoord geeft.

Slide 18 - Slide

1. Lees de inleiding van de tekst.

Welke twee manieren worden gebruikt in de inleiding van deze tekst?

Slide 19 - Open question

2. Wat is een conservator (regel 11)?
A
iemand die deskundige is op het gebied van de Grieken
B
iemand die eigenaar is van een bijzonder voorwerp
C
iemand die het onderhoud doet van een overheidsgebouw
D
iemand die het toezicht heeft over een museum

Slide 20 - Quiz

4. Wat is het verband tussen de tekst met het kopje Duizenden jaren en het eerste deel van de tekst met het kopje Nostalgie?

Slide 21 - Open question

5. In regel 46 staat: De suffigheid is eraf. Waarnaar verwijst er?

Slide 22 - Open question

3. Het tweede kopje is het woord Nostalgie. Welke woorden in die alinea betekenen ongeveer hetzelfde?
A
hang naar vroeger (r. 26)
B
sociale media en televisie (r. 26)
C
aanwezigheid van anderen (r. 29)
D
gevoel van continuïteit (r. 30)

Slide 23 - Quiz

6. In de tekst onder het kopje 'Online' staat een aantal keer het signaalwoord zoals. Wat geeft dit signaalwoord aan?
A
een conclusie
B
een reden
C
een tegenstelling
D
een voorbeeld

Slide 24 - Quiz