Bewerkingen met de rekenmachine

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 8

Bewerkingen met de rekenmachine

Breuk invoeren op een rekenmachine

12 : 45 = 0,26666

​45​​12​​

Afronden op 2 decimalen

0,356984

kijken naar 3e decimaal;

0,1,2,3,4 => afronden naar beneden

5,6,7,8,9 => afronden naar boven

Rond af op 1 decimaal:

7,5412659

1. 7,54
2. 7,6
3. 7,5
4. 7,4

Rond af op 3 decimalen:
3,5248

Schrijf als kommagetal, rond af op 2 decimalen.

​28​​17​​

Schrijf als kommagetal en rond af op 1 decimaal.

2

​14​​3​​

Bij een repeterende breuk schrijf je alleen de herhalende cijfers op, met een streep door de getallen.

Wat is het repeterende deel bij het kommagetal 0,52272727

Breuken vergelijken

Reken de breuken eerst om naar kommagetallen (denk aan het aantal decimalen). Kijk dan welke breuk het grootste is.

Welk symbool gebruiken we voor "groter dan". Bijvoorbeeld 4 is groter dan 2

1. 4 > 2
2. 4 < 2
3. 4 & 2
4. 4 * 2

Welke breuk is groter?

of

​39​​18​​

​48​​21​​

1. ​39​​18​​
2. ​48​​21​​