This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Nieuwsbegrip
Het vaccineren is begonnen
Slide 1 - Slide
Dit weet ik er al van
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
Tekst lezen
Slide 4 - Slide
Inleiding: Over welk nieuws gaat de inleiding?
Slide 5 - Open question
De eerste prik: Wie kreeg de eerste prik in Nederland?
Slide 6 - Open question
Wat voor werk doet zij?
Slide 7 - Open question
Vaccins: Hoe werkt het vaccin tegen Corona?
Slide 8 - Open question
Niet allemaal tegelijk: Wat kun je zeggen over de volgorde van het vaccineren?
Slide 9 - Open question
Kinderen krijgen nu nog geen prik. Noem 2 redenen waarom dat zo is.
Slide 10 - Open question
Vaccineren in andere landen: In welk land zijn de meeste mensen al gevaccineerd?
Slide 11 - Open question
Welke nieuwe dingen over het coronavirus heb je in de tekst gelezen?
Slide 12 - Open question
Wat weet je nu van het coronavirus en het vaccineren?
Slide 13 - Mind map
Bedenk zelf een vraag over de tekst
Slide 14 - Open question
Zou jij gevaccineerd willen worden?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Leg uit waarom je wel of niet gevaccineerd wil worden.
Slide 16 - Open question
De komende maanden kunnen alle mensen van 18 jaar en ouder een vaccin tegen het coronavirus krijgen. Het is vrijwillig en dus niet verplicht. Waar verwijst 'Het' naar?
Slide 17 - Open question
Sanna Elkadiri werkt in een verpleeghuis. Ze zorgt daar voor oudere mensen. Waar verwijst 'Ze' naar?
Slide 18 - Open question
Ik was wel een beetje zenuwachtig voor de prik. Maar het deed geen pijn. Waar verwijst 'het' naar?
Slide 19 - Open question
Je lichaam gaat antistoffen maken. Die kunnen het coronavirus verslaan als je echt besmet wordt. Waar verwijst 'Die' naar?
Slide 20 - Open question
Veel ouderen krijgen in de winter een griepprik. Ze krijgen dan geen griep. Waar verwijst 'Ze' naar?
Slide 21 - Open question
Er zijn nu nog niet genoeg vaccins voor iedereen. Maar die komen er wel in de loop van het jaar. Waar verwijst 'die' naar?
Slide 22 - Open question
In Frankrijk begon het vaccineren ook vroeg. Maar daar is sindsdien weinig gebeurd. Waar verwijst 'daar' naar?
Slide 23 - Open question
Nederland is vorige week begonnen met het vaccineren tegen het coronavirus. Leg in je eigen woorden uit wat 'vaccineren' betekent.
Slide 24 - Open question
Het is vrijwillig. Wat betekent 'vrijwillig'?
Slide 25 - Open question
Sanna Elkadiri werkt in een verpleeghuis. Leg in je eigen woorden uit wat een verpleeghuis is.
Slide 26 - Open question
Ik was wel een beetje zenuwachtig voor de prik. Wat betekent 'zenuwachtig'?
Slide 27 - Open question
Het vaccin wordt toegediend met een spuit. Wat betekent 'toegediend'?
Slide 28 - Open question
Het is niet hetzelfde als het virus en de kans is klein dat je er ziek van wordt. Wat betekent 'de kans is klein'?
Slide 29 - Open question
Je lichaam gaat antistoffen maken. Wat betekent 'antistoffen'?
Slide 30 - Open question
Die kunnen het coronavirus verslaan als je echt besmet wordt. Wat betekent 'verslaan'?
Slide 31 - Open question
Artsen en verplegers kunnen ervoor kiezen om als eerste ingeënt te worden. Wat betekent 'ingeënt?
Slide 32 - Open question
Eind
maak: klokkijken les 13, 14 en 15
maak: nieuwsbegrip online (andere tekstsoort en woordenschat)