4.2 - Prokaryoten

Thema 4 Evolutie
Basisstof 2      Prokaryoten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4 Evolutie
Basisstof 2      Prokaryoten

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je kunt kenmerken van prokaryoten noemen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Archaea
De manier waarop genetische informatie in het DNA naar een eiwit wordt vertaald gebeurd op dezelfde manier als bij eukaryoten.
Er zijn enkele honderder soorten archaea bekend (dit is weinig!)
Archaea zijn extremofiel, dit houd in dat ze in extreme omstandigheden kunnen overleven.

Slide 4 - Slide

Archaeon (schematisch)     BINAS 79A

Slide 5 - Slide

Bacteriën
Bezitten vrijwel geen organellen.
Sommigen soorten hebben trilharen of zweepharen.
Bacteriën planten zich voort door deling. In gunstige omstandigheden kan dit snel.

Slide 6 - Slide

Bacteriën
Bij veel soorten bestaat het erfelijk materiaal slechts uit 1 cirkelvormig chromosoom, andere soorten bezitten ook kleine cirkelachtige chrosomosen (plasmide).

Slide 7 - Slide

Voeding
De meeste bacteriën voeden zich met dode resten van organismen.
Sommige bacteriesoorten bezitten chlorofyl, en kunnen dus hun eigen voedsel maken, zoals bijvoorbeeld cyanobacteriën (blauwalg).

Slide 8 - Slide

Deling bacteriën

Slide 9 - Slide

Bacteriecel

Soorten bacteriën (Binas 79A)
Gemiddeld 10x kleiner dan dierlijke, plantaardige of schimmelcel 

Slide 10 - Slide

Biotechnologie
Alle technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens. 

Maar ook melkzuurbacteriën bij productie van yoghurt/zuurkool
Daarnaast: productie van wasmiddelenenzymen en afvalwaterzuivering. 

Slide 11 - Slide

Genetische modificatie
DNA van een organisme wordt veranderd om iets voor de mens te maken (geneesmiddelen of hormonen)

Slide 12 - Slide

genetische modificatie
genetische modificatie

Slide 13 - Slide

Virussen
Zijn veel kleiner dan bacteriën en zijn geen organismen. Een virus is namelijk niet levend en bestaat niet uit cellen. 
Een virus bestaat uit een eiwitmantel met binnenin DNA.

Slide 14 - Slide

Virussen
Een virus kan niet zelf voortplanten maar heeft een gastheer nodig (bacterie, plant -of dierlijke cel).
Een virus wat een bacterie gebruikt als gastheer noem je een bacteriofaag.

Slide 15 - Slide

Nuttige prokaryoten
  1.  beschermlaag tegen ziekteverwerkkers
  2. 'Darmflora' helpt bij vertering van voedsel
  3.  Biotechnologie voor produceren van 
    o.a. yoghurt, zuurkool,  insuline (hormoon)

Slide 16 - Slide

Bijzondere bacteriën 
  • kunnen in de ruimte overleven! 

  • Kunnen vrij DNA dat ze tegenkomen opnemen
  • Kunnen via een buis DNA met elkaar delen (plasmiden)
  • Kunnen genen krijgen via virussen 
https://www.deingenieur.nl/artikel/bacterien-overleven-jarenlang-in-de-ruimte

Slide 17 - Slide

(Schadelijke) prokaryoten 
  •  Eten ook (resten van) dieren en planten
  • Veroorzaken veel ziektes (zie 79A). Denk bijv. aan
    - (keel)ontsteking
    - salmonella           
    - cholera                 
    - tubercolose       
  • Delen ontzettend snel, sommige wel elke
    20 min onder goede omstandigheden.

    (Voor de snelle rekenaar:
    hoeveel bacteriën kan je dan hebben na 24 uur?

Slide 18 - Slide

Opdrachten maken
4.2   Prokaryoten
Opdracht 13 t/m 22

Slide 19 - Slide