2.3 Verbrandingsreacties deel 2

2.3 2.3 Verbrandingsreacties
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.3 2.3 Verbrandingsreacties

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Uitleg 2.3 deel 2

  • Lezen 2.3 blz. 64 + 65
  • Maken 24 + 30 t/m 32


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert dat er snelle en langzame verbrandingen zijn.
  • Je leert aan welke 3 voorwaarden moet worden voldaan om een verbranding te kunnen krijgen.
  • Je leert verschillende manieren om brand te blussen.

Slide 3 - Slide

Snelle verbranding
(met vuur)
Langzame verbranding
(zonder vuur)

Slide 4 - Slide

Zonnebrand
A
Snelle verbranding
B
Langzame verbranding

Slide 5 - Quiz

Vlam in de pan
A
Snelle verbranding
B
Langzame verbranding

Slide 6 - Quiz

Roestende fiets
(ijzer reageert met zuurstof)
A
Langzame verbranding
B
Snelle verbranding

Slide 7 - Quiz

Voorwaarden voor verbranding

Slide 8 - Mind map

Drie voorwaarden voor verbranding

De laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden heet de ontbrandingstemperatuur.

Slide 9 - Slide

Brand blussen
  • 1 van de 3 voorwaarden wegnemen

Voorbeelden:
  • water
  • koolstofdioxide
  • schuim (brandblusser)
  • branddeken

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Dus nooit brand in de frituurpan met water blussen!

  • Water en olie mengen niet, waardoor de brand verergert.
  • Ook benzinebrand niet met water blussen!
  • Gebruik een deken, deksel of schuim.

Slide 13 - Slide

Aan de slag!


  • Lezen 2.3 blz. 64 + 65
  • Maken 24 + 30 t/m 32


Slide 14 - Slide