5.3 deel 2 Naamgeving

5.3 deel 2
Naamgeving stoffen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.3 deel 2
Naamgeving stoffen

Slide 1 - Slide

Welke van onderstaande is een element?
A
CO
B
Mg
C
Cl2
D
NO

Slide 2 - Quiz

Hoeveel koolstofatomen bevat C6H12O6?
A
6
B
12
C
1
D
0

Slide 3 - Quiz

Wat is de naam van H2O2?
A
Waterstof
B
Water
C
Zuurstof
D
Waterstofperoxide

Slide 4 - Quiz

Hoeveel waterstofatomen bevat C2H6O?
A
2
B
6
C
1
D
0

Slide 5 - Quiz

Hoeveel moleculen worden hier weergegeven: 3 SO2
A
3
B
0
C
1
D
2

Slide 6 - Quiz

Wat is de naam van SO2?
A
zwaveltrioxide
B
zwavelmono-oxide
C
zwaveldioxide
D
zwaveltetraoxide

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zuurstofatomen zijn hier in totaal: 5 C6H12O6
A
0
B
60
C
6
D
30

Slide 8 - Quiz

Wat is de formule van koolstofmono-oxide?
A
CO2
B
CO
C
NH3
D
C2H6O

Slide 9 - Quiz

Wat is hier de coëfficiënt:
4 SO2
A
4
B
2
C
S
D
O

Slide 10 - Quiz

Hoeveel atomen zijn er hier in totaal:
4 SO2
A
4
B
2
C
12
D
8

Slide 11 - Quiz

Naamgeving stoffen
Triviale naam = naam in de volksmond, je weet hier niet welke atomen het molecuul bevat
Systematische naam = scheikundige naam, je weet nu wel welke en hoeveel atomen het molecuul bevat

Slide 12 - Slide

Verbindingen die uit 2 atoomsoorten bestaan

Naam = voorvoegsel (aantal) + naam atoom 1 + voorvoegsel + naam atoom 2 (=achtervoegsel)

Voorvoegsel:                               Achtervoegsel:

Slide 13 - Slide

VOORBEELD
1. Geef de naam van N2O4.
  • N = stikstof, dit zijn er 2 dus voorvoegsel 'di'
  • distikstof
  • O = oxide, dit zijn er 4 dus voorvoegsel 'tetra'
  • tetraoxide
  • distikstoftetraoxide

Slide 14 - Slide

VOORBEELD
2. Wat is de formule van dibroommonosulfide?
  • de formule bestaat uit dibroom en monosulfide
  • dibroom = 2x broom 
  • Br2
  • monosulfide = 1x sulfide
  • S
  • Br2S

Slide 15 - Slide

Wanneer bij het eerste atoom het voorvoegsel 'mono' gebruikt wordt, wordt deze weggelaten. LET OP: alleen bij het eerste atoom, niet bij het tweede!


CO2
  • 1x C  
  • monokoolstof
  • 2x O 
  • dioxide
  • dus: monokoolstofdioxide, maar de eerste mono laten we weg: koolstofdioxide
 
        


CO 
  • 1x C 
  • monokoolstof
  • 1x O 
  • mono-oxide
  • dus: monokoolstofmono-oxide, eerste mono laten we weg (tweede niet):
    koolstofmono-oxide

Slide 16 - Slide

Even oefenen!
Noteer (in je schrift) de naam van: 

  1. CO2
  2. H2S
  3. NO2
  4. P2O5
  5. SO3


timer
5:00

Slide 17 - Slide

Wat is de naam van PCl5?
A
fosforchloor
B
fosfortetrachloride
C
fosforpentachloride
D
fosforchloride

Slide 18 - Quiz

Wat is de formule van difosfospentaoxide?
A
F2O5
B
P2O3
C
F2O3
D
P2O5

Slide 19 - Quiz

Wat is de naam van N2O3?
A
distikstoftrioxide
B
stikstofoxide
C
stikstofzuurstof
D
stikstoftrioxide

Slide 20 - Quiz

Wat is de formule van diwaterstofmonosulfide?
A
HS2
B
H2O
C
H2S
D
H2S2

Slide 21 - Quiz

Wat is de formule van fosforpentafluoride?
A
PF5
B
PF4
C
PCl5
D
P2F5

Slide 22 - Quiz

Wat is de naam van NO?
A
stikstofdioxide
B
monostikstofmono-oxide
C
stikstofmono-oxide
D
distikstofmono-oxide

Slide 23 - Quiz