05.02 Warmte Energie

               05.02 Warmte Energie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

               05.02 Warmte Energie

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:
  • Je weet dat warmte en temperatuur niet hetzelfde zijn
  • Je kent de 3 fasen waarin stoffen zich kunnen 
  • Je kent de begrippen straling, stroming en geleiding

Slide 2 - Slide

Elektrische warmtebron
Chemische warmtebron
Broodrooster
Houtkachel
Gasbrander
Föhn
Tosti-ijzer
CV-ketel

Slide 3 - Drag question

Toestand van stoffen
Stoffen kunnen in 3 fases verschijnen:
- Vast
- Vloeibaar
- Gas

Rood= is warmte nodig  
Blauw=  warmte vrij 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Warmte & Temperatuur 
  • Warmte= de totale hoeveelheid aan beweging (trilling, verplaatsing of draaing) van een stof.
  •  Een vorm van energie: Energie die stroomt van een hogere naar een lagere temperatuur.

Slide 6 - Slide

Warmte & Temperatuur 
  • Temperatuur= de gemiddelde snelheid van een deeltje in een stof.  
  • Een maat (grootheid) om te meten hoe warm het is. 


Van °Celsius omrekenen naar Kelvin, plus 273  
 
van Kelvin naar °Celsius min 273  




Slide 7 - Slide

Je hebt 1 liter koud water,
daar doe je een druppel kokend water bij.
Wat gebeurt er met de temperatuur?
A
druppel kokend water is heel heet, maar temperatuur van het koude water gaat niet omhoog.
B
druppel kokend water is heel heet, dus temperatuur van het koude water gaat wel omhoog.

Slide 8 - Quiz

Warmte stroom, verloopt van:
A
Hoge temperatuur naar een lage temperatuur
B
Lage temperatuur naar een Hoge temperatuur

Slide 9 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Iets wat warm is, neemt warmte op
B
Iets wat warm is, geeft warmte af

Slide 10 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Iets wat koud is geeft kou af
B
Iets wat koud is neemt warmte op

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Geleiding
  •  Molecullen blijven op de plaats.
  • Via een (tussen)stof geeft het warmte door  naar het volgende molecuul van de stof.

Stoffen waarin lucht opgelsoten zit noemen we Isolatoren vb:
Glaswol en Piepschuim


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Stroming
  • Vloeistoffen of lucht verplaatsen en nemen de warmte mee.
  • de stof verplaatst zich, waardoor de warmte wordt meegenomen.


Stroming van gassen en vloeistof kun je tegen gaan door het gebruik van: Piepschuim, veren en wol.

Slide 16 - Slide

Straling
  • Zonder tussenstof van het ene naar het ander punt  gestraald.
  • Glimmende voorwerpen weerkaatsen straling.
  • Zichtbaar en onzichtbare licht(infrarood)


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke vorm van warmtetransport is dit:
De ijzeren opscheplepel in de soep wordt steeds warmer.

A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding

Slide 19 - Quiz

Welke vorm van warmtetransport is dit:
Het warme water in de verwarming beweegt en neemt
warmte mee.
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding

Slide 20 - Quiz

Ik vond deze les...

Slide 21 - Mind map