werkwoorden TA5 les 7-8 VT zwak en sterk

Werkwoorden in de verleden tijd, deel 3.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoorden in de verleden tijd, deel 3.

Slide 1 - Slide

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 2 - Mind map

Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "weven"?

Slide 3 - Mind map

Wat is de ik- vorm/stam van het
werkwoord "bonzen"?

Slide 4 - Mind map

Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "boksen"?

Slide 5 - Mind map

Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "beantwoorden"?

Slide 6 - Mind map

Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "vervelen"?

Slide 7 - Mind map

Stappen (werkwoorden VT)
1. Lees de zin.
2. Zoek het onderwerp.
6. Zet de stappen in het schema en controleer.
3.Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?
4. Haal de -en van het werkwoord. 
5. Zit de laatste letter in 'T KOFSCHIP?

Slide 8 - Slide

fietsen (VT) De juf...............naar school.

1. Lees de zin in de goede tijd.
2. Zoek het onderwerpt.
3. Enkelvoud of meervoud.
4. Haal de -en het werkwoord.  Dit is de ruwe stam.
5. Kijk naar de laatste letter?  't Kofschip X??
6. Zet de stappen op de kaart en controleer.

Slide 9 - Slide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 10 - Slide

brengen(VT)
Sid..................de krat weg.

Slide 11 - Open question

zwemmen (VT)
Frederique .............wel 5 kilometer.

Slide 12 - Open question

eindigen (VT)
De wedstrijd...................in 1-1 gelijk.

Slide 13 - Open question

vliegen (VT)
Het vliegtuig .......................door de lucht.

Slide 14 - Open question

scoren (VT)
Luuk .......................een doelpunt.

Slide 15 - Open question

glimlachen(VT)
....................de knappe prinses naar de prins?

Slide 16 - Open question

zoeken (VT)
De kinderen............................naar paaseitjes.

Slide 17 - Open question

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 18 - Slide