LOB

LOB
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

LOB

Slide 1 - Slide

Schooltypes in Nederland
Er bestaan 4 ‘soorten’ vmbo. Die soorten noemen we leerwegen:
BBL (basisberoepsgerichte leerweg).
KBL (kaderberoepsgerichte leerweg).
GL (gemengde leerweg).
TL (theoretische leerweg) of mavo.

Slide 2 - Slide

Bij welke twee leerwegen in het vmbo krijg je veel praktijk (doen) en weinig theorie (leren)?


A
BBL
B
KBL
C
GL
D
TL

Slide 3 - Quiz

Welke van deze twee leerwegen heeft meer leerstof?
A
BBL
B
KBL

Slide 4 - Quiz

Sectoren op het perron
1. Economie en ondernemen
2. Techniek
*Bouwen, wonen en interieur
*Produceren, installeren en energie
*Mobiliteit en transport
3. Zorg en welzijn

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opdracht 1
Schrijf over en geef van de volgende eigenschappen aan of je deze bezit (onder elkaar noteren)
Met + en - aangeven of je deze eigenschap bezit).

 
Goed zelfstandig werken 

Geduld hebben met mensen 

Leiding geven in een groepje zonder ruzie te krijgen. 

Goed uit het hoofd kunnen leren                       

  Kunnen luisteren                                                                                                     

Doorzetten, ook als het tegenzit 

Goed kunnen concentreren (ergens je aandacht bij kunnen houden) 

Communicatief zijn (bijv. voor een grote groep een spreekbeurt houden) 

Creatief zijn

Behulpzaam zijn

Tolerant (ruimdenkend, verdraagzaam) zijn

Netjes

Leergierig

Nauwkeurig

Handig
Schrijf over en geef van de volgende eigenschappen aan of je deze bezit (onder elkaar noteren)
Met + en - aangeven of je deze eigenschap bezit). 
 Goed zelfstandig werken
Geduld hebben met mensen
Leiding geven in een groepje zonder ruzie te krijgen.
Goed uit het hoofd kunnen leren
  Kunnen luisteren
Doorzetten, ook als het tegenzit
Goed kunnen concentreren (ergens je aandacht bij kunnen houden)
Communicatief zijn (bijv. voor een grote groep een spreekbeurt houden)
Creatief zijn
Behulpzaam zijn
Tolerant (ruimdenkend, verdraagzaam) zijn
Netjes
Leergierig
Nauwkeurig
Opdracht 1

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Het is natuurlijk wel een beetje vroeg om al te weten wat je later wilt gaan doen. Toch zijn er leerlingen die al precies voor ogen hebben wat ze later willen worden. Dat maakt de keuze voor de sector makkelijker.
De meeste leerlingen komen voorlopig niet verder dan: "Iets met........(auto's, metaal, kinderen, in de open lucht, met gezondheid, in de horeca enz.)"
Welke richting wil jij op? Schrijf op wat jij mogelijk wilt gaan doen.

Slide 9 - Open question

Welke eigenschappen heb je nodig bij dat beroep of in die sector? En wat moet je kunnen\zijn voor de richting die jij op wilt gaan? Schrijf deze onder elkaar.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Zet achter elke eigenschap die je hebt opgeschreven bij de vorige opdracht of jij deze eigenschap bezit. Een + voor ja, een - voor nee.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Je hebt zojuist een bepaalde richting of beroep genoteerd en de eigenschappen die daarbij horen. Tot slot heb je met een + of een - aangegeven of jij die eigenschappen bezit. Lees dat eens door.
Vind je zelf dat je de eigenschappen bezit om in die sector te werken of dat beroep uit te oefenen?
-Leg uit waarom je jezelf wel of niet geschikt vindt.

Slide 14 - Open question

Wat zijn je talenten?
Bekijk de volgende filmpjes met oortjes

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Wat vindt Omar Munie het belangrijkste dat je moet ontdekken bij jezelf?

Slide 18 - Open question

Wat is volgens jou doorzettingsvermogen?

Slide 19 - Open question

Vind jij dat je doorzettingsvermogen hebt?

Slide 20 - Open question

Met welk doel of doelen ben jij op dit moment bezig?

Slide 21 - Open question

Hoe zorg je ervoor dat je dat doel bereikt?

Slide 22 - Open question

Wat kan je verbeteren? Geef een voorbeeld van wat je nu zou moeten veranderen om dat doel te bereiken?

Slide 23 - Open question

Maak met jezelf een afspraak. Welk doel wil je bereiken, of is er een eigenschap die je wilt ontwikkelen om je einddoel te bereiken? (bv. geduld, sociaal, lief) Schrijf dat zo op:

Ik ga in de aankomende tijd werken aan ........................................., omdat ...............................................................

Slide 24 - Open question

Je bent klaar voor vandaag
Ga nu verder met je planners voor deze week
Bijvoorbeeld Engels of Nederlands

Slide 25 - Slide