Taalgereedschap C - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Taalgereedschap C

klas 2 havo

Grammatica - spelling

Lezen

Noteer in planner

maandag 30 januari -  maken 3.2.B 

maandag 20 februari - toets - dictee, grammatica en spelling

Vrijdag 24 februari - Taalgereedschap C + boekopdracht 2 inleveren

Woorddictee

Antwoorden

1. baby'tje

2. documentaire

3. vlijtig

4. identiteit

5. oriënteren

Antwoorden

6. conflict

7. ceremonie

8. fascinerend 

9. journalist

10. sympathiek 

Tussenletters samenstellingen

Samenstelling = een woord dat bestaat uit twee zelfstandige naamwoorden 

Bijvoorbeeld: stoep + tegel = stoeptegel

boek + kast = boekenkast

dorp + straat = dorpsstraat

zon + bril
kat + bak
beer + sterk

seconde + wijzer =
maan + schijn =

Enkelvoudige - en samengestelde zinnen

enkelvoudige zin = één persoonsvorm

samengestelde zin = twee of meer persoonsvormen

Bij samengestelde zinnen --> voegwoorden

nevenschikkende voegwoorden

onderschikkende voegwoorden

Mijn dochter ligt ziek op de bank.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Mijn dochter ligt ziek op de bank en ze slaapt.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Henk ging naar zijn werk, maar zijn broer Piet ging naar school.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Volgende week vrijdag heeft Marlies haar eerste hockeywedstrijd op het nieuwe hockeyveld in Assen.

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin