herhaling lezen paragraaf 1, 2 en 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

herhaling lezen paragraaf 1, 2 en 3

Herhaling 

paragraaf 1, 2, 3 en 4 lezen

Strategieën

Onderwerp en hoofdgedachte

Tekstdoelen en tekstsoorten

Pak je werkboek!

Je krijgt een aantal vragen.

Zoek de antwoorden op in je boek als je het niet meer weet.

Dit noemen we: onderzoekend leren!

Je gaat op onderzoek naar de juiste antwoorden.

Welke leesstrategieën
ken je nog?

Bij oriënterend lezen . . . .

1. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.
2. bekijk je de tekst (illustraties, tussenkopjes) en lees je de 1e alinea('s).
3. lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
4. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.

Bij precies lezen . . .

1. lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
2. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
3. bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
4. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.

Bij zoekend lezen . . .

1. lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
2. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
3. bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
4. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.

Bij globaal lezen . . . .

1. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
2. lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
3. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.
4. bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.

Welke woordraad-
strategieën ken je nog?

Hoe vind je het onderwerp van de tekst?

1. oriënterend lezen
2. waarover gaat de tekst?
3. 1. oriënterend lezen 2. waarover gaat de tekst?
4. inleiding lezen

Hoe vind je de hoofdgedachte?

1. tekst precies lezen
2. staat de HG in inleiding of slotalinea
3. Wat is het belangrijkste wat er wordt gezegd over het onderwerp?
4. antwoord A, B en C samen

Hoe schrijf je het antwoord over onderwerp op tijdens de toets?

1. kort maar krachtig
2. herhaal de vraag + in een woord op paar woorden
3. in een woord of paar woorden
4. In een hele lange zin.

Noem de vijf tekstdoelen?

Welke tekst heeft als doel te overtuigen?

1. Betoog
2. bijsluiter bij een medicijn
3. verhaal
4. mop

Waar kijk je naar als je op zoek bent naar de hoofdzaken dus als je de tekst globaal leest?

1. de eerste en laatste alinea
2. vetgedrukte woorden
3. het middenstuk van de tekst
4. de kernzinnen in het middenstuk

Naast de kernzin(nen) staan er nog meer zinnen in een alinea. Wat doen deze?

1. Ze zijn opvulling voor de alinea
2. Ze geven voorbeelden
3. Ze geven toelichting
4. De alinea bestaat alleen uit kernzinnen.