9.3 Aftrekken met positieve en negatieve getallen

Deze week...
We kunnen optellen  met positieve en negatieve getallen. 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze week...
We kunnen optellen  met positieve en negatieve getallen. 

Slide 1 - Slide

- 16 + - 12
A
-28
B
-4
C
28
D
4

Slide 2 - Quiz

-90 + 20
A
-70
B
110
C
-100
D
70

Slide 3 - Quiz

- 12 + - 3
A
9
B
-9
C
-15
D
4

Slide 4 - Quiz

Bij de optelling: - 80 + 10 wordt het .... in de ketel van de heks
A
warmer
B
kouder

Slide 5 - Quiz

De begintemperatuur van de ketel is -7. De heks gooit er 7 koude blokjes en 3 warme blokjes bij. Wat is de temperatuur in de ketel nu?
A
-14
B
-17
C
-11
D
10

Slide 6 - Quiz

Vul in :
-14 + .... = -7
A
-7
B
7

Slide 7 - Quiz

-15.5 + 19 =
A
34.5
B
3.5
C
4.5
D
2.5

Slide 8 - Quiz

We hebben ook geleerd...
....... aftrekken met positieve en negatieve getallen

Slide 9 - Slide

De heks kan blokjes toevoegen, maar ook blokjes uit de ketel halen. 
Als de temperatuur 13 graden is in de ketel en de heks haalt 7 warme blokjes weg, wat wordt dan de temperatuur in de ketel? 

Slide 10 - Slide

 
Als de temperatuur 13 graden is in de ketel en de heks haalt 4 koude blokjes weg, wat wordt dan de temperatuur in de ketel? 

Slide 11 - Slide

Schrijf de sommen over en beantwoord de sommen
8 - 4 = 
12 - 12 =
12 - 18 = 
13 - - 8 =
-2 - - 10 =
-9 - - 10 = 

Slide 12 - Slide

8 - 4 = 4
12 - 12 = 0
12 - 18 = -6
13 - - 8 = 21
-2 - - 10 = 8
-9 - - 10 = 1

Slide 13 - Slide

-3 - - 8 =
A
5
B
-5
C
-11
D
11

Slide 14 - Quiz

-7 + - 13 =
A
-20
B
-6
C
6
D
20

Slide 15 - Quiz

- 23 + - 17 =
A
-40
B
-6
C
16
D
6

Slide 16 - Quiz

9-12 =
A
3
B
-3
C
21
D
-21

Slide 17 - Quiz

-3 + 13 =
A
-16
B
10
C
16

Slide 18 - Quiz

Hoe kan de heks het kouder maken in de ketel?

Slide 19 - Open question

Hoe kan de heks het warmer maken in de ketel?

Slide 20 - Open question

Maakt de heks het bij de volgende som warmer of kouder in de ketel?
- 3 + - 10
A
warmer
B
kouder

Slide 21 - Quiz

0 - 2.5 =
A
2.5
B
2
C
3
D
-2.5

Slide 22 - Quiz

-9 + - 3.5
A
-5.5
B
-6.5
C
-12.5
D
5.5

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Fijne vakantie!!!

Slide 25 - Slide