3.2 Water in natte gebieden

Water
H3 Water
2. Water in natte gebieden
timer
5:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Water
H3 Water
2. Water in natte gebieden
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Herhaling 3.1
waterkringloop
regiem
oppervlaktewater
regenrivier
waterbalans
grondwater
gletsjerrivier
nuttige neerslag
vernieuwbare
voorraad
gemengde rivier

Slide 2 - Slide

Herhaling 3.1
1. Je kunt de verschillen benoemen tussen een gemengde rivier, regenrivier en een gletsjerrivier.
2. Je kunt uitleggen waardoor er soms veel en soms weinig water beschikbaar is.
3. Je kunt het waterbalans van een gebied aflezen.

Slide 3 - Slide

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop in de wolken

Slide 4 - Quiz

Wat wordt bedoeld met regiem?
A
het verschil in neerslag door de jaren heen
B
het verschil in verdamping door de jaren heen
C
het verschil in condensatie door de jaren heen
D
het verschil in waterafvoer door het jaar heen

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste 'som' voor nuttige neerslag?
A
neerslag + verdamping = nuttige neerslag
B
neerslag - verdamping = nuttige neerslag

Slide 6 - Quiz

Er zijn drie soorten rivieren. Welke?
A
regenrivier, bergrivier en beek
B
regenrivier, sloten en beken
C
regenrivier, gletsjerrivier en gemengde rivier
D
regenrivier, gletsjerrivier en een zee-arm

Slide 7 - Quiz

De Maas is een
A
regenrivier
B
gletsjerrivier
C
gemengde rivier

Slide 8 - Quiz

De Rijn is een:
A
regenrivier
B
gletsjerrivier
C
gemengde rivier

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen 3.2
1. Je weet wat een piekafvoer is en wat de gevolgen van een overstroming kunnen zijn.
2. Je begrijpt waardoor overstromingen kunnen ontstaan.
3. Je kunt in een grafiek de piekafvoer van een rivier weergeven.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Moesson
Er zijn landen die ieder jaar een regentijd hebben. De wind blaast dan lange tijd vanuit zee het land in en zorgt voor veel neerslag.
Als het water niet weg kan ontstaan er overstromingen. Hierdoor kunnen:
* mensen en dieren verdrinken
* drinkwater vervuilt
* oogsten mislukken
* er breken ziekten uit 
* vervoer over de weg wordt lastig

Slide 12 - Slide

Rivieren
Als het hard regent, moet een rivier heel veel water kwijt. Er komt ook meer water in de rivier als er bossen zijn gekapt (ontbossing) > voor landbouwgrond. Bomen nemen het regenwater niet meer op en de wortels houden de grond niet meer vast. 

Er is nog een reden waarom rivieren soms overvol zijn. Mensen bouwen huizen en wegen in de buurt van de rivier. Hierdoor verdwijnt er natuur en stroomt het regenwater sneller af naar de rivier. 

Een hoge waterstand in de rivier heet een piekafvoer.

Slide 13 - Slide

Piekafvoer
Piekafvoer
Als het waterpeil in een korte periode sterk stijgt, spreek je van een piekafvoer.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Orkanen
Orkanen komen niet overal voor. Ze ontstaan alleen boven zee in tropische gebieden. Voor het ontstaan van een orkaan moet het zeewater
namelijk 27° of hoger
zijn. In Japan komen orkanen vooral voor tussen juni en december.

Slide 16 - Slide

Wat is de moesson?
A
Een halfjaarlijkse wind van zee > land
B
Een rivier
C
Een sneeuwbui
D
Een orkaan

Slide 17 - Quiz

Hoe wordt het middelpunt van een orkaan genoemd?
A
Naald van de orkaan
B
Oor van de orkaan
C
Oog van de orkaan
D
Kern van de orkaan

Slide 18 - Quiz

Begrippen
Orkaan
Piekafvoer
Moesson

Slide 19 - Slide

Leerdoelen 3.2
1. Je weet wat een piekafvoer is en wat de gevolgen van een overstroming kunnen zijn.
2. Je begrijpt waardoor overstromingen kunnen ontstaan.
3. Je kunt in een grafiek de piekafvoer van een rivier weergeven.
Huiswerk: opdracht 1 t/m 6.

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Opdrachten 1 t/m 6 van 3.2


Slide 21 - Slide