1b5 Chapitre 3 G Phrases-clés et parler + bezittelijk voornaamwoord

Chapitre 3 G
Phrases-clés et parler
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Chapitre 3 G
Phrases-clés et parler

Slide 1 - Slide

programme d'aujourd'hui
phrase-clés 
travaille en groupe
Het bezittelijk voornaamwoord
Evaluation

Slide 2 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui
-  Je leert vertellen wat je van schoolvakken en docenten vindt
-


Slide 3 - Slide

Phrases-clés et parler
Ensemble on prononce les phrases-clés, exercice 27A, page 123

Après tu vas faire en duo exercices 29 A

Slide 4 - Slide

Pour la prochaine leçon
Apprends partie G (page 132) français-néerlandais, néerlandais-français

Tu prononces partie F et G 

Slide 5 - Slide

  • Focusleren voca F p 129
  • Kijken én schrijven
timer
5:00

Slide 6 - Slide

l'élève

Slide 7 - Open question

en retard

Slide 8 - Open question

à l'heure

Slide 9 - Open question

Wat is jouw lievelingsvak?

Slide 10 - Open question

paresseux/paresseuse
A
serieux/serieuse
B
goed
C
fantastisch
D
lui

Slide 11 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 12 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
Lesdoelen:
  • Ik ken de bezittelijk voornaamwoorden in het Frans
  • Ik kan de bezittelijk voornaamwoorden op de juiste manier toepassen

Slide 13 - Slide

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 14 - Open question

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Het is mijn pen. 
Het is jullie pen.

Slide 15 - Slide

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

Slide 16 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 18 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Attention! 
Bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dat begint met een klinker / h gebruik je het mannelijk bezittelijk voornaamwoord

Slide 19 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord:
... frère (haar)

Slide 20 - Open question

Het bezittelijk voornaamwoord:
... soeur (zijn)

Slide 21 - Open question

Het bezittelijk voornaamwoord:
... cousine (mijn)

Slide 22 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) parents

Slide 23 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) père

Slide 24 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) père
timer
0:45

Slide 25 - Open question

Het bezittelijk voornaamwoord:
... devoirs (hun)

Slide 26 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn/haar) amie
timer
0:30

Slide 27 - Open question

Bezittelijk voornaamwoord:
Jullie, uw

Slide 28 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père

Slide 29 - Open question

Het bezittelijk voornaamwoord
(mijn) copains

Slide 30 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord dat in deze zin past. Let op de vorm van het bezittelijk voornaamwoord.

(hun)… amis

Slide 31 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) soeurs
timer
0:30

Slide 32 - Open question