SOVA

• Zorg en Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Soms ontwikkelen mensen een nieuwe manier van werken, omdat culturele verschillen een positieve bijdrage leveren aan de samenwerking.

1. culturele compromis
2. culturele dominantie
3. culturele synergie
4. culturele vermijding

Wat bereik je met het toepassen van de drie stappen van Trompenaars?

1. Je beschikt over alternatieve werkvormen om cultureel samen te werken
2. Je beschouwt alle vormen van cultuur, gedrag en communicatie als gelijkwaardig
3. Je hebt inzicht in de verschillende rollen die ontstaan door culturele verschillen
4. Je hebt nagedacht over je eigen waarden en normen

In welk overleg bespreek je de weekplanning?

1. afdelingsoverleg
2. clientoverleg
3. teamoverleg
4. vooroverleg

Waar start een voorzitter tijdens een vergadering mee, nadat de mededelingen zijn besproken?

1. de notulen
2. de rondvraag
3. verloop
4. welkom

Wie stelt een besluitenlijst op tijdens een vergadering?

1. de leidinggevende
2. de notulist
3. de voorzitter
4. de deelnemer

Zorginstellingen zijn wettelijk verplicht om een ............in te stellen.

1. afdelingsoverleg
2. clientenraad
3. clientenoverleg
4. commissieoverleg

Ook wordt er ..............gevoerd. Tijdens dit overleg worden verschillende cliënten besproken

1. afdelingsoverleg
2. clientenoverleg
3. clientenraad
4. commissieoverleg

Een ..........vindt vaak plaats in een grotere organisatie Hier worden bijvoorbeeld ook zaken uit het managementteam besproken.

1. afdelingoverleg
2. clientenraad
3. clientenoverleg
4. commissieoverleg

Als mensen met verschillende werkachtergronden of expertise bij elkaar komen, dan heet dat een ......

1. afdelingsoverleg
2. clientenraad
3. clientenoverleg
4. commissieoverleg

Een collega begint tegen je te klagen over gedrag van een van haar cliënten. Je hoort haar verhaal aan en zegt tegen haar dat het misschien ook aan haar zelf ligt. Je zegt dat ze last heeft van culturele dominantie. Je collega vraagt wat dat is. Wat vertel je haar?

1. Dat ze een nieuwe manier van cultureel werken ontwikkelt
2. Dat ze ervan uitgaat dat de ander zich aan haar cultuur aanpast
3. Dat ze zich te veel aanpast aan de cultuur van de client
4. Dat ze zich gedraagt alsof er geen culturele verschillen zijn.

Pien is teamleidster. De organisatie waarvoor ze werkt, bestaat nog niet zo lang. De afgelopen maanden was het niet gemakkelijk voor Pien om leiding te geven aan haar team. De sfeer was niet goed, er ontstonden subgroepjes en mensen hadden steeds kritiek op elkaar. Gelukkig merkt Pien dat de sfeer aan het veranderen is. Teamleden werken beter met elkaar samen en houden daarbij de doelen voor ogen. Pien ziet ook dat er oplossingsgericht gewerkt wordt

1. vormfase
2. stormfase
3. normfase
4. prestatiefase