Quiz

Wiskunde quiz
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Wiskunde quiz

Slide 1 - Slide

Getallen achter de komma
noemen we ...
A
kommagetallen
B
andermalen
C
decimalen
D
decimeters

Slide 2 - Quiz

In dit aquarium zit
ongeveer ... liter.
A
5,4
B
54
C
540
D
5400

Slide 3 - Quiz

3 van de 10 kinderen is ziek.
Dan is 70% niet ziek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Welke verhouding is in de
afbeelding gekleurd?
zwart : wit
A
6:16
B
6:11
C
3:5
D
3:4

Slide 5 - Quiz

Als een stuk gras een oppervlakte
heeft van 108 m² en een breedte
van 12. Wat is dan de lengte?
A
11 meter
B
9 meter
C
10 meter
D
8 meter

Slide 6 - Quiz

Deniz gaat naar de film om 20:25.
De film duurt 127 minuten.
Hoe laat is hij klaar?
A
21:32
B
21:45
C
22:32
D
22:45

Slide 7 - Quiz

Welke dag wordt de
koudste dag van de
week?
A
Maandag
B
Dinsdag
C
Woensdag
D
Donderdag

Slide 8 - Quiz

Welk getal is groter dan een kwart maar kleiner dan een half?
A
0,06
B
0,2222
C
0,486697
D
0,525

Slide 9 - Quiz

De bezorger bezorgt 219 pakketten. De auto kan er 6 per keer meenemen. Hoe vaak rijdt de auto?
A
37
B
38
C
39
D
40

Slide 10 - Quiz

Piet slaat drie keer per seconden op zijn drumstel. Hoe vaak is dat
per minuut?
A
180 slagen
B
300 slagen
C
150 slagen
D
200 slagen

Slide 11 - Quiz

Wat is de omtrek
van dit figuur?
A
12,5 m
B
13 m
C
13,5 m
D
14 m

Slide 12 - Quiz


A
17
B
18
C
20
D
21

Slide 13 - Quiz

Wat is het volgende getal in de rij?
4, 6, 10, 18, 34, ...
A
62
B
68
C
64
D
66

Slide 14 - Quiz


A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 15 - Quiz

Hoeveel uren zitten er in een jaar?
A
24 x 365 = 8.760
B
12 x 365 = 4.380
C
60 x 365 = 21.900
D
60 x 60 = 3.600

Slide 16 - Quiz

Hoeveel gaten zitten er in
dit shirt?
A
2
B
5
C
6
D
8

Slide 17 - Quiz

Wat moet er op de plek
van het vraagteken
staan?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 18 - Quiz

Hoeveel negens zitten er
tussen 0 en 100?
A
9
B
19
C
10
D
20

Slide 19 - Quiz

Wat moet er op de plek
van het vraagteken staan?
A
3
B
26
C
27
D
25

Slide 20 - Quiz