BERH: Examentraining

Examen-training biologie
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examen-training biologie

Slide 1 - Slide

Klik op:
https://www.examenoverzicht.nl/vmbo-tl-gl/vakken/biologie/oefenexamens?srsltid=AfmBOoqNAPi2gcY_wyInpER7PXPV53asi3pIHPpY4GwfUcOSIBjdoZH-

https://www.examenblad.nl/2025/vmbo-gl/vakken/exacte-vakken/biologie-vmbo-gl-tl

- Thema "Cellen en organen"
- Thema "Voortplanting en ontwikkeling"
- Thema "Erfelijkheid"
- Thema "Evolutie"
- Thema "Regeling"
- Thema "Zintuigen"
- Thema "Gedrag"
- Thema "Planten"
- Thema "Ecologie"
- Thema "Voeding en vertering"
- Thema "Gaswisseling"
- Thema "Transport"
- Thema "Opslag, uitscheiding en bescherming"


Slide 2 - Slide

Zo haal je het examen!
  1. Bepaal wat je wel en niet kent. 
  2. Maak een planning: begin op tijd, neem pauzes en zorg dat er tijd is voor herhaling

  3. Gebruik een kant en klare samenvatting of maak deze zelf. 
  4. Neem de leerdoelen en begrippenlijsten van je methode door.
  5. Gebruik je bronnen (boeken, oefenmateriaal, websites, videos en aantekeningen met afbeeldingen).
  6. Oefen met oude examens! Kijk de gemaakte vragen ook na, zo leer je van je fouten.
  7. Noteer je vragen. 

  8. Leer in je eentje maar ook samen: leg iemand anders de stof uit en stel elkaar kritische vragen.
  9. Vraag om hulp als je vastloopt, je kunt ouders, klasgenoten en docenten om hulp vragen.
  10. Eet en slaap goed! 
  11. Geef jezelf tijdens het leren een beloning! 
  12. Bekijk deze LessonUp verder.

Slide 3 - Slide

Tijdens het examen
  • Laat nooit een vraag onbeantwoord!
  • Neem de tijd om de vragen goed te lezen.
  • Word je door een vraag gestrest? Markeer deze en sla deze even over en ga verder.
  • Schrijf duidelijk (als het nodig is in blokletters).

  • Klaar? Zijn alle vragen beantwoord? (achterkant toets bekijken; heb je vragen gemist of nog niet beantwoord?)
  • Neem de examen nog een keer door!

Slide 4 - Slide

Leesvaardigheid
  • Lees de tekst goed door!
  • Lees de vraag.
  • Lees nogmaals de tekst!
  • Onderstreep eventueel de belangrijke woorden.
  • Wat vragen ze precies?

Slide 5 - Slide

Vraagsoort
Hoe te herkennen?
Vragen met een kort antwoord

Feitenkennis
Noem..
Met welke term…
Wat is…
Geef een omschrijving van …
leg-uit vragen

Verklaring / toelichting/ inzicht
Geef een verklaring voor…
Bereken...
Meerkeuzevragen
Je moet kiezen uit een aantal antwoorden, er is er maar 1 het beste antwoord!
Mening
Beargumenteer…
Vaardigheden
Rekenen 
Maak een werkplan 
Beschrijf een werkwijze… 
Trek een conclusie

Slide 6 - Slide

Open vragen
  • Sla tussen de antwoorden altijd een regel over. Dat maakt het geheel overzichtelijker.
  • Formuleer je antwoord zorgvuldig en in volledige zinnen.
  • Gebruik vaktermen.
  • Herhaal de vraag in je antwoord. 
  • Schrijf je antwoord in een logische volgorde op. 
  • Voor iedere vraag staat hoeveel punten je kunt behalen. Wanneer je voor een vraag meer dan 1 punt krijgt, moet je antwoord altijd meerdere "denkstappen" bevatten. Evenveel als het aantal punten dat je kunt behalen. Controleer altijd of je dat ook gedaan hebt. 

Slide 7 - Slide

Open vragen
  • Wanneer je redenen of voorbeelden moet noemen, geef dan nooit meer redenen/voorbeelden dan gevraagd worden. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. Datzelfde geldt bij argumenten. 
  • Wees specifiek! Een te vaag of algemeen antwoord levert vaak geen punten op.
  • Bij vragen naar een standpunt of een mening telt niet je eigen mening of het standpunt, maar de onderbouwing ervan met de juiste biologische argumenten. Die vind je soms in een bijgevoegde tekst of bron, maar meestal moet je de argumenten zelf bedenken m.b.v. je biologische kennis. Dit soort vragen gaan vooral over gezondheid, natuur en milieu en biotechnologie.

Slide 8 - Slide

Te vaag geformuleerd
  • " Ze zijn eencelligen en leven daar  omdat het beter is".
Begrippen niet uitleggen
  • "A is autotroof omdat die eet geen andere organismen".
  • >>"A is autotroof want autotrofen kunnen organische stoffen uit anorganische stoffen maken.
Stappen overslaan
  •  "De laag algen zorgt ervoor  dat waterplanten geen zonlicht krijgen en daardoor sterven de planten'.
  • >> Link tussen zonlicht en plantensterfte?
Oefenen met formuleren 

Slide 9 - Slide

Wees specifiek
1. Om te blijven leven.

  • Alles bij biologie draait om het leven (de studie van het leven) hier ben je niet specifiek genoeg. Je moet uitleggen waarom het organisme niet kan blijven leven in deze situatie.

Slide 10 - Slide

Wees specifiek
2. Omdat het (on)gezond is.

  • Je bent niet specifiek genoeg. Wat is er (on)gezond? En waarom is het (on)gezond?


Slide 11 - Slide

Alles en niets
3. Het woord alles verwerken in je antwoord.
  • Alles omvat wel heel veel. Wat dan precies?

3. Het woord niets in je antwoord.
  • Niets is wel heel weinig? Wat dan niet?


Slide 12 - Slide

Kun je hiermee beginnen?
4. Beginnen met: dus, want, omdat.

  • Dus, want, omdat zijn koppelwoorden, die een zin aan een andere zin koppelen. Je kan je antwoord daar niet mee beginnen.

Slide 13 - Slide

het, zij, hij , die , dat , enz.
5. Binnen je antwoord gebruik maken van het, zij, hij , die , dat , enz.

  • Dan vraag ik wie, of wat en is het? 

Slide 14 - Slide

OEFENEN met leg-uit vragen
Examen VMBO-GL en TL
2023
tijdvak 1
vragen 4, 5, 6
timer
15:00

Slide 15 - Slide

OEFENEN met leg-uit vragen
Examen VMBO-GL en TL
2023
tijdvak 1
vragen  8, 9
timer
8:00

Slide 16 - Slide

Meerkeuzevragen 
  • Lees eerst de vraag en bijgevoegde stukjes tekst.
  • Probeer een antwoord te bedenken en kijk dan pas of dat antwoord ook tussen de keuzemogelijkheden staat. 
  • Weet je het antwoord op een meerkeuzevraag niet, ga dan niet meteen gokken.
  • Kijk eerst of je antwoorden kunt wegstrepen die sowieso fout zijn.
  • Kijk dan tussen de overgebleven antwoorden nogmaals of je het antwoord nu misschien wel weet. Zo niet, gok dan pas één van de overgebleven antwoorden.
  • Kijk na afloop de antwoorden nog eens door, wellicht is er verderop in de toets een vraag geweest die je geheugen een beetje heeft geholpen!
  • Schrijf duidelijk! Een kleine letter a met een iets te lang streepje wordt eenvoudig aangezien voor een kleine letter d. Wen eraan hoofdletters te gebruiken.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

stap 1 - lees de vraag en het stukje tekst en bedenk wat het antwoord kan zijn.

Tip! Als je een woord niet kent zoals thyroxine bedenk dan een woord waar het op lijkt. Bijvoorbeeld insuline, oxytocine.

Slide 19 - Slide

Stap 2: streep 1 of 2 antwoorden weg

Slide 20 - Slide

OEFENEN met meerkeuzevragen
Examen VMBO-GL en TL
2023
tijdvak 1
vraag 17, 18 en 19
timer
15:00

Slide 21 - Slide

Rekenen

Slide 22 - Slide

Berekeningen
  • Wanneer je iets gaat berekenen, moet de verantwoorde berekening er altijd bij staan (anders geen punten!). Je moet dus uitleggen wat je doet.
  • Zet altijd de eenheid of eenheden achter het berekende getal (anders krijg je vaak geen punten!).
  • Het berekende getal mag niet nauwkeuriger of onnauwkeuriger zijn dan de getallen die gegeven zijn. Dus je plaatst niet meer, maar ook niet minder cijfers achter de komma (één cijfer meer of minder wordt  geaccepteerd). 

Slide 23 - Slide

vraag 37
Hieronder staat informatie over de voedingswaarde van 100 gram gekookte spruitjes.


 



Pubers hebben gemiddeld per dag 90 mg vitamine C nodig.

Hoeveel gram gekookte spruitjes moet je minimaal eten om 90 mg vitamine C binnen te krijgen?
Leg je antwoord uit met een berekening.

timer
5:00

Slide 24 - Slide

OEFENEN met berekeningen
Examen VMBO-GL en TL
2023
tijdvak 1
vraag 7 
timer
15:00

Slide 25 - Slide

Onderzoek
een werkplan maken

Slide 26 - Slide

Een werkplan maken
  • Proefbeschrijving: Soms moet je een werkplan voor een experiment maken. Beschrijf in punten wat je achtereenvolgens moet doen. Denk vooral aan de controleproef. Zorg dat uit je opzet blijkt dat je  2  (of meer) groepen hebt en dat er tussen die 2 (of meer) groepen 1 variabele verschilt, de overige omstandigheden moeten gelijk zijn in de groepen.

  • Conclusie: Als een conclusie aan de hand van bijvoorbeeld een grafiek of een tabel  gevraagd wordt, vermeld dan altijd op grond van welke gegevens (getallen noemen!) je je   conclusie trekt.  "Uit grafiek 1 blijkt dat..."

Slide 27 - Slide

OEFENEN met onderzoek
Examen VMBO-GL en TL
2023
tijdvak 1
vraag 32
timer
8:00

Slide 28 - Slide

Maak een werkplan
Wanneer dieren in het wild ziek worden, kunnen ze niet net als wij naar de dokter voor medicijnen. Bekend is dat sommige diersoorten medicijnen in hun leefomgeving zoeken. Door deze medicijnen kunnen ze zichzelf genezen. Zo eten rode franje-apen houtskool dat giftige stoffen in hun voedsel onschadelijk maakt. Wetenschappers willen onderzoeken of houtskool bij olifanten helpt als medicijn.

Maak een werkplan waarmee de werking van het houtskool als medicijn bij zieke olifanten onderzocht kan worden.

Slide 29 - Slide

Wanneer dieren in het wild ziek worden, kunnen ze niet net als wij naar de dokter voor medicijnen. Bekend is dat sommige diersoorten medicijnen in hun leefomgeving zoeken. Door deze medicijnen kunnen ze zichzelf genezen.
Zo eten rode franje-apen houtskool dat giftige stoffen in hun voedsel onschadelijk maakt.
Wetenschappers willen onderzoeken of houtskool bij olifanten helpt als medicijn.
Maak een werkplan waarmee de werking van het houtskool als medicijn bij zieke olifanten onderzocht kan worden.

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

bronnen 
Biologische bronnenmateriaal 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Grafieken
Benoem de assen volledig, met eenheid erbij dus. 
>>  een grootheid (bijvoorbeeld: leeftijd, stollingstijd, lengte, opname CO2 lichtintensiteit, temperatuur) en 
>> een eenheid (bijvoorbeeld: jaren, minuten, meters, ml/min) bij moet staan. 
>> Zorg ook voor een passende schaalverdeling.

• Verbind in een lijngrafiek de punten niet met een liniaal, maar trek een vloeiende lijn.
Teken de lijn nooit voorbij het eerste en laatste meetpunt, tenzij daar nadrukkelijk om
gevraagd wordt.
• Zet een duidelijke titel boven je grafiek.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Je moet een grafiek maken over leeftijd en lengte.
Waar zet je de leeftijd?
A
onderaan, de x as
B
aan de zijkant, y as

Slide 40 - Quiz

Oefenvraag staafdiagram
De energiebehoefte van mensen hangt af van een aantal factoren. Eén van die factoren is de leeftijd. In tabel 1 is te zien dat de energiebehoefte het grootst is in de puberteit.

Maak op de grafiekpapier een staafdiagram van de gemiddelde energiebehoefte per dag van mannen in de leeftijdsgroepen 4-8 jaar, 9-13 jaar, 14-18 jaar en 19-30 jaar.

timer
7:00

Slide 41 - Slide

Voorbeeld van een juist diagram
1 punt: De verticale as is juist ingedeeld en benoemd en de vier leeftijdsgroepen zijn juist aangegeven bij het diagram (als bij de verticale as de grootheid, de eenheid of beide ontbreken, dan geen punt toekennen).

1 punt: De vier juiste getallen zijn juist uitgezet als vier staven


Totaal 2 punten


Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

examenopdracht 1. 

Slide 44 - Slide

Welk type grafiek zou jij maken?
A
lijndiagram
B
staafdiagram
C
cirkeldiagram
D
histogram

Slide 45 - Quiz

Welke grootheid en eenheid zou je op de y as zetten

Slide 46 - Open question

Succes!!

Slide 47 - Slide