Les 2 H17

Les 2 H17
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2 H17

Slide 1 - Slide

Programma

1. Inleiding - melk
2. Uitleg: wat is productie?
3. Aan de slag
4. Slot


Slide 2 - Slide

De beste leerstrategie?
samenvatten
arceren (marker)
niets doen met de tekst

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

De beste leerstrategie? Dit NIET
samenvatten - lastig te analyseren (kort, lang, slecht/goede kwaliteit)
arceren (marker) - niets doen met de tekst

Slide 5 - Slide

De beste leerstrategie? Dit WEL
Spreiden van leermomenten
Jezelf toetsen

Kost wel moeite, niet makkelijk

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Derek Redmond
Wereldkampioen, Europees kampioen

Verenigd Koninkrijk

doel: het halen van de finish, trainen en doorzetten


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Korte opdracht



Een pak melk koop je in de supermarkt, de supermarkt koopt melk in bij de groothandel, de groothandel koopt pakken melk in bij de producent (campina), de producent koopt melk bij de boer (en karton/plastic bij groothandel, etc..)

  • Schrijf voor jezelf op hoeveel handelsschakels je kunt bedenken voor jouw aankoop van een heel brood (gesneden)  2 minuten



Slide 13 - Slide

uitleg
  •  Brood kun je kopen in een supermarkt of bij een bakker.
  • Maar het komt daar niet zomaar.
  • Voordat brood aan jou wordt verkocht hebben al veel bedrijven met elkaar handel gedreven.


Noem eens twee bedrijven uit de schakel:

graan/tarwe >>>> brood in de supermarkt

Slide 14 - Slide

uitleg
Alle bedrijven in de productieschakel voegen iets van waarde toe.

Ze doen iets dat hen geld oplevert.

Vaak kopen ze iets in, ze voeren een aantal handelingen uit en verkopen het dan door voor een hogere prijs.

Die hogere prijs is een vergoeding voor de handelingen: toegevoegde waarde

Slide 15 - Slide

Productiefactoren: KANO
Je voegt waarde toe dankzij de inzet van productiefactoren.

Slide 16 - Slide

toegevoegde waarde
  • Toegevoegde waarde is GEEN winst!
  • Vanuit de toegevoegde waarde van een onderneming worden de productiefactoren betaald.
  • Winst is de vergoeding van Ondernemerschap en is onderdeel van de toegevoegde waarde


  • Denk aan BTW: Belasting toegevoegde waarde. Dit is een omzetbelasting die bedrijven moeten berekenen op de verkoop. Bedrijven krijgen de betaalde BTW op inkopen (intermediair verbruik)terug.
  • Wat overblijft is de BTW op de eigen toegevoegde waarde van een onderneming

Slide 17 - Slide

toegevoegde waarde = omzet - intermediair verbruik

toegevoegde waarde is niet hetzelfde als winst

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

aan de slag
17.7
17.9
17.11 (!)
17.13

(17.14 is een opzet voor in een toets)

Slide 20 - Slide

Huiswerk

  • Lees 17.1 en 17.2
  • Maak 17.14
  • Bekijk figuur 17.4, wat gebeurt er met de winst als het loon van de werknemers stijgt van 34.000 naar 50.000? Leg dit uit op papier.

Huiswerk is vrijwillig, met uitzondering van de extra aandacht groep, voor hen is het verplicht.

Slide 21 - Slide

slot
Wat heb je geleerd?


Slide 22 - Slide