H8 - Herhaling

1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is geluid?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat voor soorten tussenstoffen kan je bedenken?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Het onweert in de verte. Mohammed ziet een bliksemflits. Acht seconden later hoort hij het geluid van
het onweer. Bereken hoe ver het onweer van Mohammed verwijderd is. Geef je antwoord in kilometers.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is de eenheid van frequentie?
A
Watt
B
Hertz
C
Ohm
D
Volt

Slide 11 - Quiz

Wat is de relatie tussen toonhoogte en frequentie?
A
Toonhoogte is gelijk aan frequentie
B
Toonhoogte heeft geen relatie met frequentie
C
Hoe hoger de toon, hoe hoger de frequentie
D
Hoe hoger de toon, hoe lager de frequentie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke formule gebruik je voor het berekenen van de frequentie?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Een hoge pieptoon heeft een trillingstijd van 0,25 ms. Bereken de frequentie in kilohertz.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Welke uitspraak is juist?
A
Geluidssterkte bepaalt toonhoogte, frequentie is de intensiteit.
B
Frequentie bepaalt de luidheid, geluidssterkte bepaalt de toon.
C
Geluidssterkte is de intensiteit van geluid, frequentie bepaalt de toonhoogte.
D
Geluidssterkte en frequentie zijn hetzelfde.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Een apparaat maakt een geluid met een frequentie van 100 Hz en een geluidssterkte van 10 dB. Kun jij dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

In wat voor gevallen denk je dat geluid gemeten wordt met een A-filter?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Wat is de relatie tussen decibels en geluidsniveaus?
A
Hoe hoger het aantal decibels, hoe harder het geluid
B
Hoe hoger het aantal decibels, hoe zachter het geluid
C
Decibels hebben geen relatie met geluidsniveaus
D
Hoe lager het aantal decibels, hoe harder het geluid

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Een groep van 4 violisten produceren een geluid van 60 dB. Hoeveel dB produceert een groep van 128 violisten dan?

Slide 32 - Open question