Paragraaf 1 de Slavernij

Tijd van pruiken en revoluties
'verlichting' | 1700 tot 1800
Kenmerkend voor dit tijdvak:
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen;
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme;
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Tijd van pruiken en revoluties
'verlichting' | 1700 tot 1800
Kenmerkend voor dit tijdvak:
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen;
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme;
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • weten de leerlingen dat Nederlandse kooplieden hebben gehandeld in slaven en kunnen ze deze periode plaatsen op de tijdbalk.
  • weten leerlingen wat bedoeld wordt met de 'Driehoek van de slavenhandel'.
  • zijn de leerlingen bekend met de volgende begrippen: WIC, Fort Elmina, slavenmarkt, plantage, ketenen, brandmerken, Marrons.
  • weten de leerlingen dat Nederland op 1 juli 1863 als een van de laatste landen slavernij officieel verbood.

Slide 2 - Slide

Tijdvak 1: tijd van de Jagers en Boeren
Tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen
Tijdvak 3: tijd van Monniken en Ridders
Tijdvak 4: tijd van Steden en Staten
Tijdvak 5: tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijdvak 6: tijd van Regenten en Vorsten
Tijdvak 7: Tijd van pruiken en revoluties 

Slide 3 - Drag question

Slavernij

Slide 4 - Mind map

Mensenhandel en gedwongen arbeid
  • zeventiende eeuw - slavenhandel
  • gedwongen werken en kregen geen loon. 
  • opstand en probeerden te vluchten
  • 1863 verbood Nederland de slavernij

Slide 5 - Slide

Fort Elmina
  • Nederlandse Republiek stichtte forten langs de Afrikaanse kust
  • handel gedreven met koninkrijken in Afrika
  • Afrikaanse mensen gevangen 
  • ruilden deze mensen in voor textiel, metaal, sieraden, alcohol, buskruit en wapens. 
  • Daarna werden ze vervoerd naar Amerika om daar als slaven verkocht te worden.

Slide 6 - Slide

West-Indische compagnie
  • Vanaf 1621 organiseerde zij de slavenhandel in de Nederlandse republiek.
  • vreselijke omstandigheden, op overvolle zeilschepen, maakten ze de lange reis.
  • vervoerden ongeveer 600.000 slaven.

Slide 7 - Slide

Opstand
  • slaven wisten te ontsnappen naar het oerwoud. 
  • Marrons
  • Vanuit hun schuilplaatsen vielen ze de plantages aan
  • ze wilden dat de slavernij werd afgeschaft.

Slide 8 - Slide

Afschaffing van de slavernij 
  • Nederland was één van de laatste landen.
  •  1860 in Nederlands-Indië 
  • 1 juli 1863 in de kolonies in Amerika
  • 1 juli het bevrijdingsfeest Keti Koti 

Slide 9 - Slide

9

Slide 10 - Video

01:04
Mensen die gedwongen moesten werken voor iemand anders, ze waren iemand anders zijn bezit. 
Een guillotine 
groot landbouwbedrijf in de tropen met meestal één bepaald product.
1700-1800 (18e eeuw)
Wanneer was de tijd van pruiken en revoluties?
Wat is een plantage?
Welk symbool heeft de tijd van pruiken en revoluties?
Wat is een slaaf?

Slide 11 - Drag question

02:04
1863
Uit Afrika 
Naar Brazilië 
Fort Elmina 
Ghana
Wanneer verbood Nederland de slavernij?
Waar werden de slaven opgehaald?
Waar brachten de Portugezen de slaven meestal naartoe?
Welk belangrijk fort had de Nederlandse republiek in Ghana om slaven gevangen te houden?
Waar hadden de Nederlanders het belangrijke fort Elmina om slaven gevangen te houden?

Slide 12 - Drag question

03:57
Voor textiel, metaal, sieraden, alcohol, buskruit en wapens
Naar Amerika
de WIC
Vanaf het jaar 1621
12.000.000 mensen als slaaf.
Waar werden slaven voor geruild in fort Elmina?
Nadat de slaven werden gevangen in fort Elmina, waar brachten de Nederlandse republiek dan slaven heen?
Hoe heet het bedrijf in de Nederlandse republiek die de slavenhandel organiseerde?
Vanaf welk jaartal begon de WIC met de slavenhandel?
Hoeveel mensen hebbend de Europeaanse slavenhandelaren vervoerd over de Atlantische Oceaan?

Slide 13 - Drag question

04:43
Slaven zijn eigendom van een meester. Die beslist over alles in hun leven. Wat betekent vrijheid voor jou?

Slide 14 - Mind map

07:25
Wat vind jij voelen als slavenarbeid?

Slide 15 - Mind map

10:23
600.000 slaven
Ontsnapte slaven van de plantages die zich verstopte in het oerwoud.
Marrons 
Ze vielen de plantages aan. 
Ze wilden dat de slavernij werd afgeschaft. 
Hoeveel slaven hebben de Nederlandse schepen vervoerd?
Wat zijn Marrons?
Een deel van de slaven ontsnapte van de plantage en verstopte zich in het oerwoud. Hoe worden zij genoemd?
Wat deden de Marrons vanuit hun verstop plekken?
Waarom vielen de Marrons de plantages aan?

Slide 16 - Drag question

12:02
Wat vind jij voelen als slavenarbeid?

Slide 17 - Mind map

16:39
Nederland
In 1860
Keti Koti
Bevrijdingsfeest om de afschaffing van de slavernij te herdenken.

Ketenen gebroken
Welk land was één van de laatste landen die Slavernij verbood?
Wanneer werd de slavernij in Nederlands-Indië afgeschaft?
Wat viert Nederland op 1 juli?
Wat viert Nederland op 1 juli?
Wat betekent Keti Koti in het Surinaams?

Slide 18 - Drag question

19:04
Wat vind jij van slavernij?

Slide 19 - Mind map

Maken werkblad
Maken werkbladen
Klaar?
Quizlet 

Slide 20 - Slide