This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H12: Gezondheid
12.1
Voorkomen is beter dan genezen
Slide 1 - Slide
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Op de afdeling spoedeisende hulp van ziekenhuizen komen regelmatig peuters binnen die pijnlijke brandwonden hebben opgelopen. Een flinke brandwond kan voor veel problemen zorgen: er is een onmiddellijk infectiegevaar en de kans op een litteken is groot. Medici zijn daarom voortdurend bezig om methoden te zoeken die infectie van een brandwond kunnen voorkomen en de huid na verbranding zo goed mogelijk laten herstellen.
Bij een eerstegraads brandwond is alleen de opperhuid aangetast. Bij een diepe tweedegraads verbranding is ook de lederhuid beschadigd, onder andere het bindweefsel bestaande uit fibroblasten, bloedvaten en collagene vezels. Fibroblasten zijn de cellen die het netwerk van collagene vezels, de zogenoemde matrix in de lederhuid vormen.
Een peuter heeft na een ongeluk een tweedegraads brandwond op de arm opgelopen. Door de verbranding is een litteken ontstaan. Op de plaats van dit litteken is de huid anders gekleurd en minder rekbaar.
Leg uit waardoor op de plaats van het litteken de huid anders gekleurd is.
Op een website over voeding staat het volgende te lezen: Zorg ervoor dat je voedsel voldoende voedingsvezels en water bevat. Je lichaam gebruikt water onder andere om zweet te maken. Zweet is nodig voor de regeling van de lichaamstemperatuur.
Over zweet en lichaamstemperatuur worden de volgende twee uitspraken gedaan.
1 De productie van zweet neemt toe als je lichaamstemperatuur stijgt.
2 Door verdamping van zweet koelt je lichaam af.
Zijn deze uitspraken juist?
A
Geen van beide uitspraken
is juist.
B
Alleen uitspraak 1 is juist
C
Alleen uitspraak 2 is juist
D
Beide uitspraken zijn juist
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Video
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Op de afdeling spoedeisende hulp van ziekenhuizen komen regelmatig peuters binnen die pijnlijke brandwonden hebben opgelopen. Een flinke brandwond kan voor veel problemen zorgen: er is een onmiddellijk infectiegevaar en de kans op een litteken is groot. Medici zijn daarom voortdurend bezig om methoden te zoeken die infectie van een brandwond kunnen voorkomen en de huid na verbranding zo goed mogelijk laten herstellen.
Bij een eerstegraads brandwond is alleen de opperhuid aangetast. Bij een diepe tweedegraads verbranding is ook de lederhuid beschadigd, onder andere het bindweefsel bestaande uit fibroblasten, bloedvaten en collagene vezels. Fibroblasten zijn de cellen die het netwerk van collagene vezels, de zogenoemde matrix in de lederhuid vormen.
Een peuter heeft na een ongeluk een tweedegraads brandwond op de arm opgelopen. Door de verbranding is een litteken ontstaan. Op de plaats van dit litteken is de huid anders gekleurd en minder rekbaar.
Leg uit waardoor op de plaats van het litteken de huid anders gekleurd is.
Slide 20 - Slide
Waarom is het litteken anders gekleurd
als gevolg van een 2e graads brandwond?
A
een deel van de talgklieren uit de opperhuid is verdwenen waardoor de huid er bleker uitziet
B
een deel van de talgklieren uit de lederhuid is verdwenen waardoor de huid er bleker uitziet
C
een deel van de pigmentcellen uit de opperhuid is verdwenen waardoor de huid er bleker uitziet
D
een deel van de pigmentcellen uit de lederhuid is verdwenen waardoor de huid er bleker uitziet