Introductie

Welkom bij ECONOMIE
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom bij ECONOMIE

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij het woord economie?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Economie gaat over keuzes maken
  • Die jij zelf maakt
  • Die bedrijven maken
  • Die winkels maken

                        En.... welke gevolgen hebben die keuzes?

Slide 6 - Slide

Waar gaan de keuzes over?
  • Hoe kom je aan geld?                                                       (Inkomsten)
  • Waar kun je het geld aan uitgeven?                             (Uitgaven)
  • Waarom zou je het geld daaraan uitgeven?           (Investeren)
  • Wat zijn de gevolgen van een keuze?                          

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

SOCIALE ZEKERHEID voor jongeren

Slide 9 - Slide

Sociale zekerheid jongeren
Wat is er geregeld voor jongeren?
Wat zijn de actieven?

Slide 10 - Slide

Ouders hebben rechten en plichten
  • onderhoudsplicht voor jongeren tot 21 jaar.
  • recht op kinderbijslag tot 18 jaar
  • recht op kinderopvangtoeslag ( voor werkende ouders met kinderen in de kinderopvang)

Slide 11 - Slide

jongeren hebben vanaf 18 jaar recht op
  • tegemoetkoming scholieren  ( voortgezet onderwijs volgen)
  • studiefinanciering ( tegenwoordig lening) mbo, hbo en universiteit
  • bijstand ( werkeloos zijn en zelfstandig wonen)
  • bijstand ( gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn)
  • wajong -uitkering ( volledig arbeidsongeschikt zijn)

Slide 12 - Slide

wajonguitkering
Deze is voor jongeren tussen de 18 en 27 jaar. Vanuit deze uitkering kan je ondersteuning krijgen op de arbeidsmarkt om eventueel aangepast werk te vinden. Deze uitkering is vaak voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en jongeren met psychische problemen.

Slide 13 - Slide

Onderdelen studiefinanciering
  • basisbeurs ( alleen mbo studenten)
  • een aanvullende beurs ( inkomen ouders te laag is)
  • een lening

Slide 14 - Slide

geen recht op bijstand (jongere)
  • bij zijn ouders of  bij een partner woont met voldoende inkomen
  • niet zijn best doet om werk te vinden
  • een aangeboden opleiding, stage of baan weigert.

Slide 15 - Slide

Vergrijzing
Actieven
Alle mensen met betaald werk

Niet-actieven
Mensen zonder betaald werk, die een uitkering ontvangen. Bijv. omdat ze arbeidsongeschikt zijn, werkloos of boven de pensioenleeftijd.

Tot de groep niet-actieven behoren ook de AOW'ers. Deze groep groeit al jaren (= vergrijzing). Wat betekent dit voor Nederland ?

Slide 16 - Slide










De werkenden (actieven) betalen de uitkering ontvangers (niet-actieven)
Vergrijzing

Slide 17 - Slide

Welke twee personen horen bij de actieven?
A
Werkloze vrouw
B
Meewerkende eigenaar bakkerij
C
Een gepensioneerde opa
D
Receptioniste op school

Slide 18 - Quiz

Crisis zorgt voor minder actieven. Zet in juiste volgorde!! 
Producenten maken minder
Er zijn minder actieven
Tijdens crisis minder te besteden
Meer mensen worden werkloos
Mensen gaan minder kopen
Producenten hebben minder personeel nodig

Slide 19 - Drag question

Gehandicapte jongeren hebben recht op Wajong en tegemoetkoming in ziektekosten

A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Is een zorgverzekering verplicht
A
JA
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Wanneer is een zorgverzekering verplicht
A
16 jaar wordt
B
18 jaar wordt
C
21 jaar wordt
D
als ik niet meer thuis woon

Slide 22 - Quiz

Gedeeltelijk arbeidsongeschikte jongeren krijgen Wajong

A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Martin (21 jaar) is werkloos. Hij woont bij zijn ouders. Hij onderneemt niks om een baan te vinden.

Welke uitkering is van toepassing?
A
Basisbeurs
B
Bijstand
C
Geen
D
Kinderbijslag

Slide 24 - Quiz

Sociale zekerheid voor jongeren:
Sofie volgt op de universiteit een opleiding geschiedenis. Ze krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.

Slide 25 - Quiz

Sociale zekerheid voor jongeren:
Rian kan niet werken door een lichamelijke handicap. Ze krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.

Slide 26 - Quiz