BSR 12/6 2t spelling 7.12

Lees de theorie op blz. 244.
Maak de startvraag.
Klaar? Begin alvast aan paragraaf 7.12.
7.12 Werkwoordalarm
Startopdracht:
2T
CURSUS 7
SPELLING
timer
5:00
Spel de onderstaande woorden en leg uit waarom je voor een -d of een -t kiest.

- Jij ... (beloven) mij altijd dingen die je niet waar kunt maken.
- Jij hebt me altijd verkeerde dingen ... (beloven).

Hulp nodig? Zie blz. 245.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lees de theorie op blz. 244.
Maak de startvraag.
Klaar? Begin alvast aan paragraaf 7.12.
7.12 Werkwoordalarm
Startopdracht:
2T
CURSUS 7
SPELLING
timer
5:00
Spel de onderstaande woorden en leg uit waarom je voor een -d of een -t kiest.

- Jij ... (beloven) mij altijd dingen die je niet waar kunt maken.
- Jij hebt me altijd verkeerde dingen ... (beloven).

Hulp nodig? Zie blz. 245.

Slide 1 - Slide

1. Lesdoelen.
2. Herhaling 7.11 Voltooid deelwoord (huiswerk bespreken).
3. Uitleg 7.12 Werkwoordalarm.
4.  Opdrachten paragraaf 12.
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide

  • Je kunt voltooid deelwoorden spellen, ook als ze bijvoeglijk gebruikt worden.
  • Je kunt persoonsvormen en voltooid deelwoorden die hetzelfde klinken correct spellen.
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Antwoord op de startvraag:

Slide 5 - Open question

 Het voltooid deelwoord

Slide 6 - Slide

VD van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en of -n:
                 Ik heb heerlijk geslapen.
                 Wij hebben gisteren pasta gegeten.
                 Hij heeft het niet gedaan!
Bij het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden schrijf je wat je hoort. Hij heeft zijn band geplakt.

Slide 7 - Slide

Dus:
Sterke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -(e)n:
smelten - smolten: Het ijs is gesmolten.

Zwakke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -t of -d :
maken - maakten: Zij hebben wat moois gemaakt.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

VD als bijvoeglijk naamwoord
  • Een voltooid deelwoord kan ook gebruikt worden als een bijvoeglijk naamwoord. Je  schrijft het dan  zo kort en zo eenvoudig mogelijk!

De trui is gebreid - de gebreide trui.
Het werkstuk is geprint - het geprinte werkstuk.
De toets is gemaakt - de gemaakte toets.

Slide 10 - Slide

Is het *voltooid deelwoord* wel of niet bijvoeglijk gebruikt?

De atleet was enorm *gemotiveerd* om de wedstrijd te winnen.
A
wel bijvoeglijk
B
niet bijvoeglijk

Slide 11 - Quiz

Is het *voltooid deelwoord* wel of niet bijvoeglijk gebruikt?

Marthe kon haar in de trein vergeten tas ophalen bij de *gevonden* voorwerpen.
A
wel bijvoeglijk
B
niet bijvoeglijk

Slide 12 - Quiz

Is het *voltooid deelwoord* wel of niet bijvoeglijk gebruikt?

Lesley heeft de gebroken kostbare vaas netjes *gelijmd* met superlijm.
A
wel bijvoeglijk
B
niet bijvoeglijk

Slide 13 - Quiz

Noteer het bijvoeglijk naamwoord als bijvoeglijk naamwoord.

De koffie is gemorst / De ... koffie

Slide 14 - Open question

Hij heeft zijn antwoorden op het laatste moment verander....
A
verandert
B
veranderd

Slide 15 - Quiz

Mijn moeder heeft beloof... dat we vanavond patat eten.
A
belooft
B
beloofd

Slide 16 - Quiz

Iris overleg... haar plan met de directeur.
A
overlegt
B
overlegd

Slide 17 - Quiz

7.12 Werkwoordalarm
Werkwoorden kun je in drie werkwoordsvormen schrijven: de tegenwoordige tijd (tt), de verleden tijd (vt) en het voltooid deelwoord (vd). Bij sommige werkwoorden moet je extra goed opletten. De tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord klinken dan hetzelfde, maar je schrijft ze anders. Het is dus belangrijk dat je kunt bepalen of een werkwoord persoonsvorm t.t. of voltooid deelwoord is.

Slide 18 - Slide

Tegenwoordige tijd
Voltooid deelwoord
Deze trui verkleurt nu al.
Sam verstuikt zijn enkel.
Micky verkleedt zich.
In de film gebeurt wel.
Jij belooft altijd van alles.



Deze trui is verkleurd.
Sam heeft zijn enkel verstuikt.
Micky heeft zich verkleed.
In de film is veel gebeurd.
Jij hebt alles beloofd.



Slide 19 - Slide

Schema werkwoordspelling 
blz. 274-275

Slide 20 - Slide

Wat?
Cursus 7.12 Werkwoordalarm.
Opdracht 1 t/m 5 op blz. 244-245 van je boek. 

Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in je boek.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk alvast verder aan paragraaf 
5.12 Werkwoordalarm.
timer
15:00
Oefenen

Slide 21 - Slide

  • Je kunt voltooid deelwoorden spellen, ook als ze bijvoeglijk gebruikt worden.
  • Je kunt persoonsvormen en voltooid deelwoorden die hetzelfde klinken correct spellen.
Lesdoelen

Slide 22 - Slide

Door haar zonnebril had ik de bekende Nederland niet ... (herkennen)
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 23 - Quiz

Door haar zonnebril had ik de bekende Nederland niet ... (herkennen).
A
herkent
B
herkend
C
herkendt

Slide 24 - Quiz

In welk land ... (overwinteren) die diersoort eigenlijk?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 25 - Quiz

In welk land ... (overwinteren) die diersoort eigenlijk?
A
overwintert
B
overwinterd
C
overwinterdt

Slide 26 - Quiz

Het pakketje werd ... (bezorgen) bij de buren op nummer 43.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 27 - Quiz

Het pakketje werd ... (bezorgen) bij de buren op nummer 43.
A
bezorgt
B
bezorgd
C
bezorgdt

Slide 28 - Quiz

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:

2tc: ncejj

Slide 29 - Slide