Habt ihr Haustiere - Kapitel 3 2de klassen

Kapitel 3 : Habt ihr Haustiere?
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Kapitel 3 : Habt ihr Haustiere?

Slide 1 - Slide

An die Arbeit!
Was?
Kapitel 3

Wie?
Iindividuell

Wie lange?
Bis zum Ende der Stunde
Fertig? 

Slide 2 - Slide

Inhalt dieser Stunde
1. Instructiewoorden
2. Vokabeln Kapitel 3
3. Im Tierheim
4. Tierrätsel


Ziel(e):
  • Je kunt de instructiewoorden actief gebruiken.
  • Je bent begonnen met het leren van de woorden lijst van Kapitel 3

Slide 3 - Slide

Instructiewoorden

Slide 4 - Slide

Instructiewoorden
1. Übersetze
2. Ergänze
3. die Seite
4. die Sätze
5. Lerne
6. Lies ... mit
7. Wähle aus
8. der Artikel
9. in Klammern
10. Was bedeutet ...?
11. ins Niederländische
12. ins Deutsche

Instructiewoorden
  1. Vertaal
  2. Vul aan
  3. de bladzijde
  4. de zinnen
  5. Leer
  6. Lees ... mee
  7. Kies uit
  8. het lidwoord
  9. tussen haakjes
  10. Wat betekent ...?
  11. naar het Nederlands
  12. naar het Duits

Slide 5 - Slide

Vertaal:
Übersetze

Slide 6 - Open question

Vertaal:
Sieh dir .. an

Slide 7 - Open question

Vertaal:
Beantworte

Slide 8 - Open question

Vertaal:
Ergänze

Slide 9 - Open question

Vertaal:
Seite

Slide 10 - Open question

Übersetze:
in Klammern
A
tussen haakjes
B
voor de kantlijn
C
in de ballon
D
in de regel

Slide 11 - Quiz

Auf Deutsch: Welche Tiere kennst du?

Slide 12 - Mind map

Was bedeuten die folgenden Wörter?
  1. die Schildkröte
  2. das Gemüse
  3. das Huhn
  4. das Kaninchen
  5. das Fleisch
  6. fressen
  7. streicheln
  8. verspielt
  9. weich
  10. oft 
timer
3:20
Notiere die deutschen Wörter in dein Heft. 
Schreibe daneben die niederländische Übersetzung.

Slide 13 - Slide

timer
2:00
Schau dir diese Fotos aan! Erkennst du sie? 
Notiere die Wörter auf Deutsch in dein Heft.

Slide 14 - Slide

der Fisch
der Elefant
die Fliege
der Frosch
der Hund
die Katze
das Pferd
der Stier

Slide 15 - Drag question

Bella ist das beste ______ im Stall.
A
Pferd
B
Fisch
C
Stier
D
Katze

Slide 16 - Quiz

Er ist wie ein ____ im Porzellanladen.
A
Stier
B
Fliege
C
Elefant
D
Hund

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt na kerst vaak in het dierenasiel? Antwoord in NL

Slide 18 - Open question

6

Slide 19 - Video

Hou oud zijn de hondjes
A
8 en 10 jaar oud
B
18 jaar oud

Slide 20 - Quiz

Welke eigenschap moet de nieuwe eigenaar van Sam hebben?
A
sportief - veel wandelen
B
sterk - Sam is best zwaar
C
jong - Sam is erg actief
D
ervaring - Sam is onzeker

Slide 21 - Quiz

Wie viele Tiere sind im Tierheim Berlin?
A
14.000
B
4.000
C
1.400
D
400

Slide 22 - Quiz

Wat betekent "Freigang" hier?
A
Dat je de kat haar eigen gangetje moet laten gaan.
B
Dat de kat vrij gelaten werd en dan gevonden werd.
C
Dat een kat ook naar buiten kan.

Slide 23 - Quiz

Wat doet Freddie als hij niet zelfstandig naar buiten kan?
A
aan meubels krabben
B
niet meer eten
C
braken
D
plassen

Slide 24 - Quiz

Wat gebeurt tussen 19 en 27 december?
A
het dierenasiel laat dan geen dieren ophalen
B
het dierenasiel neemt dan geen dieren aan
C
heel veel mensen willen dan van hun huisdier af
D
het dierenasiel is dan op zoek naar zwerfkatten.

Slide 25 - Quiz

Ik ken nu de betekenis van de instructiewoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Hausaufgaben
  • Kapitel 4 - Teil B af

Slide 27 - Slide

Tierrätsel

Slide 28 - Slide

Welches Tier ist gemeint?
Kannst du die Tiere erraten?


Slide 29 - Slide

Tier 1
Ich lebe in Australien.
  
Ich habe lange Hinterbeine und meine Vorderpfoten sind klein. 
 
Ich kann 3 Meter hoch und 12 Meter weit springen. 

Slide 30 - Slide


Es ist ein…..

Slide 31 - Open question

Tier 2
Ich lebe in Afrika oder im Zoo.  

Ich kann laut brüllen.

Ich bin der König der Tiere. 
 

Slide 32 - Slide


Es ist ein…..

Slide 33 - Open question

Tier 3
Ich lebe in Afrika.
 
Meine Farben sind braun und weiβ. 

Ich habe einen langen Hals. 

 

Slide 34 - Slide


Es ist eine…..

Slide 35 - Open question

Woordenlijst leren
Hebben we nog wat tijd over?
- Vul de woordenlijst op blz: 29 AB verder in m.b.v. een woordenboek
- Begin met het  leren van de woordenlijst, denk er aan dat je het lidwoord gelijk mee leert.

stopwatch
00:00

Slide 36 - Slide