Om lange uitlopers ligt vaak een myelineschede (waarover in bs 5 meer). Die myelineschede bestaat uit cellen van Schwann met korte onderbrekingen (insnoeringen)
De vertakkingen van een axon eindigen in synapsen. Plek van impulsenoverdracht
Slide 13 - Slide
Communicatie tussen zenuwcellen
Impuls komt aan bij synaps
Blaasjes met neurotransmitters versmelten met celmembraan
Neurotransmitters vrij in synapsspleet
Neurotransmitters binden aan receptoren op het celmembraan van de volgende cel
Nieuwe impuls in de volgende cel
Neurotransmitter = signaalstof van het zenuwstelsel
Slide 14 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de bouw, functies en werking van de verschillende delen van het zenuwstelsel beschrijven.
Je kunt de bouw en signaalverwerking van de verschillende typen zenuwcellen beschrijven.
Je kunt de bouw, functie en verwerking van de hersenen en het ruggenmerg beschrijven.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Bewust vs onbewust
Animale zenuwstelsel: Regelt vooral de bewuste reacties en de houding en beweging van het lichaam.
Autonome zenuwstelsel: Regelt vooral de werking van inwendige organen. (hartslag, ademhaling, vertering enz.)
Slide 17 - Slide
De hersenen
grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam
omgeven door drie hersenvliezen ter
bescherming
linker en rechter helft verbonden door
de hersenbalk
hersenschors = het buitenste deel, grijze stof
hersenmerg = het binnenste deel, witte stof
Slide 18 - Slide
De grote hersenen
De grote hersenen bestaan uit een linker en een rechter hersenhelft.
Bewust gedrag wordt vanuit de grote hersenen gestuurd.
Regelen o.a. :
bewuste waarneming beweging
lichaamstemperatuur hartslag
ademhaling bloeddruk
Maar ook:
Geheugen
Bewustzijn
Emoties
Slide 19 - Slide
Hersencentra
In de grote hersenen liggen de hersencentra. Dit zijn gebieden in je hersenen die verbonden zijn aan een zintuig.
Check Binas 88C
Slide 20 - Slide
Motorische schors
Linker hersenhelft stuurt rechts aan en andersom
Centra die nauwkeurige bewegingen uitvoeren hebben een groter oppervlak
Slide 21 - Slide
Hersenen
De linkerhersenhelft is heel belangrijk voor taal, spraak en complexe bewegingen. Deze hersenhelft richt zich meer op details. Deze helft bestuurt de rechterkant van je lichaam.
De rechterhersenhelft is heel belangrijk voor het waarnemen van emoties. Deze hersenhelft is sterk in ruimtelijk inzicht, zoals richting en afstand. Deze helft bestuurt de linkerkant van je lichaam.
Slide 22 - Slide
kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren de samenwerking van je spieren.
Je kleine hersenen laten hiervoor een aantal spieren precies op tijd hun werk doen.
De kleine hersenen zorgen dus voor coördinatie.
Slide 23 - Slide
Hersenstam
Verbinding tussen grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
Hierin liggen
- centra voor alle autonome lichaamsfuncties (hartritme, snelheid ademhaling, bloeddruk).
- centra die te maken hebben met instinct en emoties
Op de overgang van hersenstam naar ruggenmerg kruisen impulsbanen elkaar.
Slide 24 - Slide
Het Ruggenmerg
Het ruggenmerg ligt goed beschermd in het wervelkanaal
In het midden van het ruggenmerg zit een holte: het centrale kanaal
Het centrale kanaal is gevuld met vocht en staat in verbinding met het hersenvocht
Slide 25 - Slide
Het ruggenmerg
Ruggenmerg is een verzamelingen van zenuwcellen en hun uitlopers.
Het ruggenmerg loopt door de wervelkolom heen.
Er zijn 31 ruggenmergzenuwen die signalen versturen en ontvangen vanuit het perifere zenuwstelsel (alle zenuwen in het lichaam)
Slide 26 - Slide
Maak de opgaven
Maak van basisstof 3 opd. 26 t/m 30, 32
Maak daarna de quizvragen die na deze dia komen om te testen of je de stof snapt/beheerst