Kap 1 Trabi deel 1

Plan (stap 1)

Oriënteren:

- Bereiken: Leerlingen kunnen werkwoorden vervoegen die een a of een e in de stam hebben?

- Welke info nodig: algemene vervoeging regelmatige WW + vervoeging a/e werkwoorden

Voorspellen:

Verwachtingen: ik ga ervan uit dat leerlingen regelmatige werkwoorden kunnen vervoegen. Ik ga er vanuit dat leerlingen de juiste persoonlijke voornaamwoorden kennen.

Mogelijke misvattingen: leerlingen gaan umlauten verkeerd schrijven + leerlingen gebruiken de verkeerde vorm van Ihr(jullie).

Herhalen! Sleep de juiste uitgang naar de juiste plek! 

ich

du

er/sie/es/man

wir 

ihr

sie/Sie

spiel

spiel

spiel

spiel

spiel

spiel

-e

-st

-t

-en

-en

-t

Klinkerverandering e/i en a/ä

ich spreche - du spricht

ich fahre - du fährst

WW met e in de stam

Nadenken & produceren (stap 2)

Nadenken

Wat is de vraag die ik ga stellen of de opdracht die ik ga geven en leerlingen snel(bijvoorbeeld binnen 30 sec.) kunnen beantwoorden of uitvoeren?

Produceren

Met welk instrument laat ik alle leerlingen tegelijkertijd hun antwoord zelfstandig en in stilte nadenken en h un antwoord zichtbaar maken

Hoe voorkom ik daarbij dat ik moet gaan nakijken en administreren

Nadenken & produceren (stap 2)

Nadenken

Sleepvraag maken over twee soorten werkwoorden e/i en a/ä

Produceren

Lessonup?

er (schlafen)in seinem Zimmer

1. schlaft
2. schlift
3. schläft
4. schläfest

er____(waschen) sich im Meer.

1. Wascht
2. Wäscht

Lopen jullie vaak hard?
... ihr oft?

1. Läuft
2. Laufen
3. Lauft
4. Läufen

Ik draag vaak jurken.
Ich ... oft Kleider.

1. trage
2. träge

du (helfen)

1. helfst
2. hilfst
3. hilft
4. helfest

du (gehen)

1. gihst
2. giehst
3. gehst
4. gehest

zij geeft - sie (geben)

1. gebt
2. gibst
3. gibt
4. giebst

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

fahre

fährst

fahren

fährt

fahrt

fahren