This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Les 1 Leesstrategieën lj 3
Welkom!
Telefoon in de koffer, jas aan de kapstok.
Neem rustig plaats.
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Vandaag
Lesdoel
Uitleg PTA periode1 Instructie leesstrategieën
Zelfstandig werken
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je leert:
verschillende tekstsoorten herkennen en benoemen
verschillende tekstdoelen herkennen en benoemen
het onderwerp vinden in een tekst
over alinea-indeling
wat deelonderwerpen zijn
de hoofdgedachte van een tekst te vinden
Slide 3 - Slide
Instructie
Periode 1 ziet er als volgt uit:
Jullie gaan werken aan leesstrategieën. Summatieve toets buiten de toetsweek.
Er komt een toets Taalverzorging die afgenomen wordt tijdens de toetsweek.
Tijdens de lessen Nederlands krijg je instructie en mag/kan je na de instructie aan het werk met een van de opdrachten.
Slide 4 - Slide
Instructie
Voordat we van start gaan met de opdrachten van leesstrategieën, maken jullie eerst, zonder uitleg, paragraaf 1 van Cursus 1 - meer dan lezen.
Dit is een herhaling van leerjaar 2 en deze paragraaf moet met een voldoende afgerond worden.
Slide 5 - Slide
Forms
Neem de tijd om het formulier zo goed mogelijk in te vullen.
Slide 6 - Slide
Instructie
1.2 tekstdoelen en tekstsoorten.
bladzijde 7 reader.
Slide 7 - Slide
DOEL 1.2
- je kunt het doel van een tekst herkennen
- je kunt bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is
Slide 8 - Slide
Log in en lees de strip
Slide 9 - Slide
Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
stripverhaal
C
reclametekst
D
recept
Slide 10 - Quiz
Wat is de bron van de tekst?
Slide 11 - Open question
Voor wie is deze tekst geschreven?
A
jongeren
B
volwassenen
Slide 12 - Quiz
Wat is het doel van deze tekst?
A
mening geven
B
informeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 13 - Quiz
Wat betekent het woord 'etiquette'?
A
plaksticker
B
regels over wat beleefd is en wat niet
C
naam van de radioshow
Slide 14 - Quiz
DOEL van een tekst
- De schrijver wil bij de lezer iets bereiken, daarom heeft een tekst een DOEL
Slide 15 - Slide
DOEL:
Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt
Slide 16 - Slide
DOEL:
Overtuigen
De schrijver wil zijn mening geven
Slide 17 - Slide
DOEL:
Waarschuwen
De schrijver wil dat je iets NIET doet
Slide 18 - Slide
DOEL:
Activeren
De schrijver wil dat je iets WEL gaat doen
Slide 19 - Slide
DOEL:
Instrueren
De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen
Slide 20 - Slide
DOEL:
Adviseren
De schrijver wil je raad geven
Slide 21 - Slide
DOEL:
Amuseren
De schrijver wil je vermaken
Slide 22 - Slide
ZW
Je maakt opdracht 1.2 uit jouw reader.
Slide 23 - Slide
Evaluatie
Ik krijg bij de apotheek een medicijn dat ik moet inhaleren. Ik krijg er een briefje bij dat uitlegt hoe ik het pijpje moet gebruiken. Welk soort tekst is dit?