Module 3 - les 6 - Samenvatten, gevoelsreflectie geven, analyseren en geruststellen.

Communicatie
Module 3 - Goed in gesprek

Hoofdstuk 1
Gespreksvaardigheden

Periode 2 les 6
Studiejaar 2023-2024


1 / 10
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Communicatie
Module 3 - Goed in gesprek

Hoofdstuk 1
Gespreksvaardigheden

Periode 2 les 6
Studiejaar 2023-2024


Slide 1 - Slide

Welkom bij communicatie
Wat gaan we doen?
  • Terugblik op les 6.
  • Leerdoelen voor vandaag.
  • Theorie.
  • Koppeling met praktijk.
  • eDition.

Slide 2 - Slide

Terugblik op les 5
Begrippen uit les 6;
  • luistervaardigheden 
  • juiste luisterhouding 
  • non-verbale en verbale aandacht 
  • gesloten-, open- en keuzevragen
  • directe-, indirecte- en suggestieve-vragen

Slide 3 - Slide

Verbaal en non-verbaal aandacht geven nodigt een ander uit om z'n verhaal te doen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Stiltes in een gesprek moet je voorkomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Als je teveel vragen stelt ben je heel nieuwsgierig.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen les 6
Aan het eind van deze les:
  • Weet waarom het samenvatten van een gesprek belangrijk is.
  • Weet je wat een gevoelsreflectie is.
  • Weet je wat analyseren is.
  • Weet je wat geruststellen is.

Slide 7 - Slide

Luistervaardigheden.
Vervolg op les 6:
Goed luisteren is hard werken!
Je moet verschillende vaardigheden op hetzelfde moment inzetten.
Luistervaardigheden zijn:
  • aandacht geven
  • vragen stellen
Les 7:
  • samenvatten
  • gevoelsreflectie geven
  • analyseren
  • geruststellen

Slide 8 - Slide

Luistervaardigheden.
  • Samenvatten: je helpt de spreker van tijd tot tijd om datgene wat vertelt is op een rijtje te zetten. Hiermee controleer je ook of je het verhaal goed begrepen hebt.
  • Gevoelsreflectie geven: Je verwoordt in jouw reactie het gevoel of de behoefte van de ander. Een gevoelsreflectie baseer je op de lichaamstaal van de ander.
  • Analyseren: uitpluizen, onderzoeken om te achterhalen of het klopt wat je opmerkt. Je nodigt de ander uit na te denken over zichzelf en zijn/haar gedrag.
  • Geruststellen: Je probeert de angsten of de zorgen van iemand weg te nemen.

Slide 9 - Slide

Opdracht
- Oefening: feedback geven-eigenschappen 
- Oefening: feedback geven - rondje positief

Slide 10 - Slide