3.5 Nederland: de zee klopt op de voordeur

3.5 Nederland: de zee klopt aan de voordeur 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.5 Nederland: de zee klopt aan de voordeur 

Slide 1 - Slide

Herhaling: welke risicogebieden voor
overstromingen ken je?

Slide 2 - Mind map

Planning
Planning
1. Leerdoelen
2. Uitleg en oefenen
3. Opdrachten maken
4. Terugblik leerdoelen

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet welke soorten polders er zijn en dat er misverstanden bestaan over de veiligheid
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van Laag-Nederland toeneemt en hoe men daar de kust tegen beschermt
  • Je kunt op de kaart van Nederland verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen 

Slide 4 - Slide

Wat betekent de afkorting "NAP"?
A
Nieuw Amsterdams Polder
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amsterdams Polder
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 5 - Quiz

Groot gedeelte onder NAP

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zou dit nog in Nederland kunnen gebeuren?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Als er ergens een dijk doorbreekt, overstroomt dan meteen heel Nederland?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Dijkringen 

Slide 12 - Slide

De zeespiegel stijgt
  • Klimaatverandering
  • Inklinking
  • (IJstijd)
Als over een periode van zo’n dertig jaar de klimaatfactoren, zoals temperatuur of neerslag, zijn veranderd.
Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook glaciaal.

Slide 13 - Slide

Polder
  • Een gebied waar de mens de waterstand regelt
  • dit kan door een molen of een gemaal
  • niet pompen = vol lopen van de polder = verzuipen

Slide 14 - Slide

Vier soorten polders in Laag-NL
  1. Zeepolders: door indijken van aangeslibt land
  2. Veenpolders: ontgonnen laagveengebieden waar inklinking is
  3. Droogmakerijen: plassen/meren zijn drooggemalen en land geworden
  4. IJsselmeerpolders: drooggemalen stukken van de Zuiderzee (nu IJsselmeer)




Slide 15 - Slide

Veenpolders
  • Om de gebieden bewoonbaar te maken/ te houden moeten ze blijvend het bodemwater wegpompen.
  • Een nadeel is dat de gebieden hierdoor inklinken

Slide 16 - Slide

Inklinken
  • Bodemwater wegpompen en grond wordt stevig(er)
  • Water is weg en grond heeft ruimte om te zakken
  • Zie het als een spons die vol met water of leeg is
  • Veenpolders klinken het snelst in omdat daar het meeste water wordt weggepompt

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Droogmakerij
  • stukken meren en/of zee die zijn leeggepompt
  • eerst dijken rond en meer en dan (jaren) leegpompen
  • wordt gebruikt voor landbouw en woningen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Hoe noemen we deze polder?
A
Zeepolder
B
Droogmakerij

Slide 21 - Quiz

Dreiging aan de kust
Zonder ingrijpen neemt de kans op overstromingen toe door:
  • relatieve zeespiegelstijging door het versterkte broeikaseffect
  • toename van stormvloeden door het versterkte broeikaseffect
  • bodemdaling door inklinking

Slide 22 - Slide

Kustafslag
Duinen worden gevormd door het zand wat op de kust waait.
Door de golven die nu tegen de duinen slaan, breken de duinen af.  Door erosie van het water verdwijnen er stukken duin. 

Slide 23 - Slide

Zeereep
  • Zeereep = zeewerende duinenrij
  • Kustafslag vindt plaats tot aan de eerste rij duinen
  • De zee bereikt deze duinen vaak pas tijdens een storm

Slide 24 - Slide

Hoe wordt de kust beschermd?
  • Harde kustverdediging: dijkverzwaring
  • Zachte kustverdediging: zand opspuiten vanuit de zee (zandsuppletie)
  • Dynamisch kustbeheer: de natuur doet het werk

Slide 25 - Slide

Dynamisch kustbeheer
Vroeger:
  • zand storten bij wegggeslagen kust
Tegenwoordig:
  • zand storten op één plek en de ze het werk laten doen
  • natuur herstelt de kust

Slide 26 - Slide

Klimaatadaptatie
- Omgaan met de gevaren van zeespiegelstijging
- Omgeving zo aanpassen dat de schade beperkt blijft.
- Ruimte rivieren / water bergen / afwateringssysteem 


Slide 27 - Slide

Getijdenlandschap
Landschap onder invloed van eb en vloed (waddengebied).
Dynamisch systeem

Slide 28 - Slide

Met welk probleem hebben de duinen in Nederland te maken?
A
Zandsuppletie
B
Duinvervorming
C
Duinvorming
D
Kustafslag

Slide 29 - Quiz

Welk deel van de kust is erg gevoelig voor kustafslag?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
De Zandmotor
D
Zeereep

Slide 30 - Quiz

Noem een maatregel die we hebben genomen om ons te beschermen tegen de zee

Slide 31 - Open question