This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Bijbelquiz
Slide 1 - Slide
1. Welke taal sprak Jezus?
A
Grieks
B
Aramees
C
Hebreeuws
D
Latijn
Slide 2 - Quiz
2. In welke taal is de bijbel oorspronkelijk geschreven?
A
Hebreeuws, Latijn en Aramees
B
Hebreeuws, Grieks en Latijn
C
Hebreeuws, Grieks en Aramees
D
Grieks, Aramees en Latijn
Slide 3 - Quiz
3. Hoeveel broers had Jezus?
A
Vier
B
geen
C
twee
Slide 4 - Quiz
4. Uit hoeveel boeken bestaat de bijbel?
A
2
B
12
C
66
D
73
Slide 5 - Quiz
5. Hoeveel boeken heeft Jezus geschreven?
A
0
B
2
C
Alle boeken van het nieuwe testament
D
de evangelieën
Slide 6 - Quiz
6. Welke godsdienst had Jezus?
A
joods
B
katholiek
C
gereformeerd
D
geen
Slide 7 - Quiz
7. Wat komt in geen van de kerstverhalen in de bijbel voor:
A
de os en de ezel
B
sneeuw
C
drie koningen
D
geen van de drie
Slide 8 - Quiz
8. Welke uitdrukking komt niet uit de bijbel?
A
Door het oog van de naald
B
ieder huisje heeft zijn kruisje
C
wie met pek omgaat wordt ermee besmet
D
in goede aarde vallen
Slide 9 - Quiz
9. Komt dit citaat uit de bijbel? “Geef u niet af met een zangeres, u zou voor haar verleidingen kunnen bezwijken.”
A
Nee het staat in Jezus Sirach
B
Ja het staat in Jezus Sirach
C
Ja het staat in de brief van Paulus aan de Romeinen
Slide 10 - Quiz
11. Komt dit citaat uit de bijbel? “Jezus, de zoon van Maria is slechts de boodschapper van God (…) Gelooft dan in God en Zijn boodschappers. Zeg niet: Drie. Houd daarmee op, dat is beter voor u”
A
Ja
B
Nee, uit de Koran
C
Nee, uit de Talmoed
D
Nee, uit de Veda
Slide 11 - Quiz
12. Komt dit citaat uit de bijbel? “In die dagen - en ook nog daarna - leefden er reuzen op aarde, doordat de zonen van God gemeenschap hadden gehad met de dochters van de mensen, die hun zonen hadden gebaard. Zij waren de befaamde geweldenaars van de oude tijd.”