Woordenschat 1.1 Betekenis afleiden uit de tekst (2)

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 19 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat staat er op de planning?

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog?
Wat doe je als je een woord 
niet begrijpt?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Samen even oefenen
met moeilijke woorden in een tekst

Slide 10 - Slide

timer
2:00
Over de onderstreepte woorden krijg je straks vragen.

Slide 11 - Slide

Wat betekent remedie?
A
versiering
B
einde
C
oplossing

Slide 12 - Quiz

Noteer een remedie tegen
hoofdpijn

Slide 13 - Mind map

Wat betekent veerponten?
A
bruggen die door fietsers kunnen worden gebruikt
B
plaatsen waar je je fiets kunt neerzetten
C
boten die mensen over het water brengen

Slide 14 - Quiz

Maak jij wel eens gebruik van een veerpont?
JA
NEE

Slide 15 - Poll

Een PARKEERPLAATS is een voorbeeld van een parkeervoorziening. Noteer nog een voorbeeld hiervan.

Slide 16 - Open question

Wat betekent aansporen?
A
Proberen iemand iets te laten doen.
B
Iemand iets verbieden.

Slide 17 - Quiz

Waartoe ben jij ooit
aangespoord?

Slide 18 - Mind map

Wat betekent stallen?
A
Meenemen
B
In het rek zetten.
C
Op de pont zetten.

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!

Maken opdrachten
opdracht 5

Slide 20 - Slide

Lezen

Slide 21 - Slide