Aardrijkskunde les week 20 G1

In deze les wordt paragraaf 2 van H7 uitgelegd. 
Je gaat leren:
- Hoe een aardbeving ontstaat (herhaling van paragraaf 1).
- Op welke manier wordt intensiteit en kracht gemeten (en waarom is dit belangrijk?).
- Hoe ontstaat een Tsunami.
- Waarom zijn sommige Tsunami's veel schadelijker dan andere.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

In deze les wordt paragraaf 2 van H7 uitgelegd. 
Je gaat leren:
- Hoe een aardbeving ontstaat (herhaling van paragraaf 1).
- Op welke manier wordt intensiteit en kracht gemeten (en waarom is dit belangrijk?).
- Hoe ontstaat een Tsunami.
- Waarom zijn sommige Tsunami's veel schadelijker dan andere.

Slide 1 - Slide

Hoe kunnen de platen nu aardbevingen veroorzaken?

Zoals je op de vorige slides zag bewegen de platen op verschillende manieren van elkaar.

Platen bestaan uit ruw gesteente. Als ruw gesteente langs elkaar beweegt, gaat dit natuurlijk niet zo soepel. De platen blijven vaak in elkaar steken, maar tegelijkertijd proberen de platen door te bewegen.




Als de druk zo hoog word, schiet de plaat door. Daar komt zoveel kracht bij vrij dat er een schokgolf alle kanten opgaat. Dan spreken we van een aardbeving. 

Slide 2 - Slide

In de vorige slide wordt de oorzaak beschreven voor de meeste aardbevingen op aarde. De aardbevingen in Groningen kennen een andere oorzaak.

De plaats waar het 'doorschieten' plaatsvind wordt het hypocentrum genoemd. Vanuit hier de vrijkomende energie alle kanten op. 

Recht boven het hypocentrum bevindt zich het epicentrum. 

De locatie van het hypo - en epicentrum zijn belangrijk. Hoe ondieper het hypocentrum, des te meer schade kan er optreden (in het epicentrum). 

Ook de ligging van het epicentrum is belangrijk. Ligt dit in een drukke stad of midden in een woest en onbewoonbaar gebied.  Deze term kom je vaak tegen in nieuwsberichten. 

 

Slide 3 - Slide

Een aardbeving in Albanië heeft meerdere levens geëist. Er zijn zeker 21 doden en 600 gewonden. Onder meer de hoofdstad Tirana werd getroffen, maar de schade lijkt het grootst in Durrës, de tweede stad van het land en Thumanë, een plaats ten noorden van Tirana die dicht bij het epicentrum ligt.

De beving, rond 04.00 uur vannacht, had een kracht van 6,4. Het epicentrum was zo'n 30 kilometer ten noordwesten van Tirana. Aan de hele kust werd de aardbeving gevoeld en op meerdere plekken stortten gebouwen in. Ook in de zuidelijke Italiaanse regio's Apulië en Basilicata was de beving voelbaar.

Volgens autoriteiten gaat het om de zwaarste aardbeving in tientallen jaren. Rond 07.00 uur was er in Tirana nog een krachtige naschok.


https://nos.nl/artikel/2312068-doden-en-honderden-gewonden-bij-aardbeving-albanie.html
Bericht van de NOS. 

Slide 4 - Slide

Hoe dichter bij een convergente plaatgrens, hoe .......... het hypocentrum
A
Dieper
B
Ondieper

Slide 5 - Quiz

In het NOS bericht stond nog een term die veel gebruikt wordt: de schaal van richter. 


Aan de hand van de Schaal van Richter wordt de intensiteit van de aardbeving bepaald. Dus hoeveel kracht komt er vrij. 

Bekijk de type schade die aangericht kan worden hiernaast. 

Wat heeft het ontwikkelingspeil van een land met de schade te maken? 

Heel veel. Landen met een laag ontwikkelingspeil hebben vaak zwakke huizen en infrastructuur. Dit kan bij een zwakkere beving instorten dan als deze plaatsvind in een rijker land. 
Wel hebben rijke landen vaak hogere schade in geld (en minder in mensenlevens). 

Slide 6 - Slide

Hoe worden aardbevingen met elkaar vergeleken? 

De schaal van Richter en Mercalli (hierna uitgelegd) zijn handig om aardbevingen met elkaar te vergelijken.

Let op: de schaal van Richter is een logaritmische schaal. Dit betekend dat iedere stap omhoog, de intensiteit van de beving 10 keer sterker word. 

Dus een beving van 4 op schaal van Richter is 10x zo zwaar dan een beving van 3. 

Hoeveel keer zwaarder is dan een beving van 4 vergelijken met een beving van 2?

100 keer. 10 x 10 =100. Iedere stap omhoog doe je keer 10. 

Slide 7 - Slide

Hoeveel keer zwaarder is een beving van 8 op schaal van Richter dan een beving van 5?
A
30 keer
B
10.000 keer
C
100 keer
D
1000 keer

Slide 8 - Quiz

Zoals in de vorige slide gemeld, is er ook nog een 
andere schaal. De schaal van Mercalli. Hier wordt 
alleen gekeken naar de schade 
die wordt veroorzaakt.

Deze schaal kent twaalf stappen 
en er wordt dus voornamelijk 
gekeken naar de schade. 
Zie hiernaast (in het Engels, 
voor Nederlands 
kijk in het lesboek). 

Slide 9 - Slide

Het volgende onderdeel: Tsunami's! 

Een tsunami is een enorme golf die veroorzaakt wordt door een zeebeving.  (Letterlijk betekent het Haven Golf). 

Aardbevingen onstaan grotendeels dichtbij plaatgrenzen. Er zijn ook plaatgrenzen die voornamelijk door zee lopen en hier kan dus ook een aardbeving optreden. Dit noem je dan een zeebeving.  

Bij deze bevingen kunnen ook enorme hoeveelheden energie vrijkomen en uiteindelijk vloedgolven veroorzaken. 

Omdat voor vloedgolven enorm veel energie nodig is, gebeuren deze meestal alleen bij enorm krachtige aardbevingen. Vaak vanaf 8 op de schaal van Richter (daarom zijn ze ook wat zeldzamer).

Slide 10 - Slide

Wat gebeurt er nou tussen de Zeebeving en de verwoestende werking van de vloedgolf? 

Hiervoor zijn er vier stappen die je moet kennen:

1) De zeebeving vindt plaats. Let op: het is vooral de 'omhoog schietende plaat' die voor enorme kracht zorgt. Zie de afbeelding hiernaast. 

2) Het water gaat vanaf het epicentrum met een enorme snelheid alle richtingen op (net zoals een steen in een vijver, de golfjes gaan alle kanten op). Let op: de golven zijn nog niet hoog. 

3) Het versnelde zeewater komt dicht bij de kust en in ondieper gebied. Het snelle zeewater wordt geremd en achterliggend water komt op de voorgaande golven en dit stapelt op. 

4) De enorme golven bereiken land en veroorzaken veel schade. Vaak trekt de zee zich terug, om vervolgens met enorme golven terug te keren. 
https://en.wikipedia.org/wiki/Tsunami#/media/File:Propagation_du_tsunami_en_profondeur_variable.gif

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Link

Er zijn vele Tsunami's geweest. De twee bekendste zijn:
Atjeh in 2004 ( Indonesië). 
Sendai in 2011 (Japan)

Beide Tsunami's veroorzaakten duizenden doden en enorme schade. 

Ook hier is het ontwikkelingspeil belangrijk. Tsunami's (evenals aardbevingen) zijn lastig te voorspellen.  Waarschuwingssystemen, Golfbrekers en sterke infrastructuur kunnen de schade enigszins beperken. 

Slide 15 - Slide

Een Tsunami zal niet zo snel in de Noordzee plaatsvinden. Waarom niet?
A
Het is daar te koud
B
Er zijn geen botsende plaatgrenzen in de buurt
C
Er is veel ruimte zodat golven kunnen verspreiden
D
Nederland heeft sterke dijken

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Bekijk de afbeelding in de vorige slide. De zeebeving vond plaats ten ............ van Japan.
A
Westen
B
Oosten
C
Noorden
D
Zuiden

Slide 18 - Quiz

De tsunami in 2004 veroorzaakte meer dan 200.000 doden. In 2011 veroorzaakte de tsunami 15800 doden. Wat is de belangrijkste factor voor dit verschil?
A
Verschil in intensiteit van de aardbeving
B
Verschil in klimaat.
C
Verschil in ontwikkelingspeil
D
Verschil in type plaatgrens

Slide 19 - Quiz

Lees voor de laatste vraag het volgende nieuws bericht: 

Japanse onderzoekers waarschuwen voor kans op zware aardbeving

De Japanse regering waarschuwt dat er mogelijk binnen afzienbare tijd een aardbeving met een magnitude van 9 kan plaatsvinden voor de oostkust bij Hokkaido. De beving kan een enorme tsunami teweegbrengen.

Circa vierhonderd jaar geleden vond op dezelfde plek een zware aardbeving plaats en volgens de aardbevingsonderzoekers zijn dergelijk grote bevingen er elke 340 tot 380 jaar. De laatste keer dat het daar gebeurde ontstond er een tsunami van twintig meter hoog en overspoelde die een gebied tot 4 kilometer landinwaarts.

https://www.nu.nl/wetenschap/5055734/japanse-onderzoekers-waarschuwen-kans-zware-aardbeving.html

Slide 20 - Slide

Lees het nieuwsbericht uit de vorige slide. Waarom verwachten de seismologen een zware beving en tsunami?
A
De aardbevingen zijn daar altijd krachtig
B
Het gebied is wat armer en daardoor slechter voorbereid.
C
Het is een los eiland en daardoor kwetsbaar
D
Door de lange wacht periode is er veel druk opgebouwd.

Slide 21 - Quiz

Vanaf dinsdag komen de antwoorden van het vorige huiswerk op itslearning. Kijken deze na en bij onduidelijkheden navragen.

Huiswerk voor maandag 18 mei: 
Paragraaf 2: 6 t/m 10 en 12. 
Er is ook een verdiepende opdracht. Dit is vraag 11. Deze mag je doen in plaats van het andere huiswerk. Wil je dit doen, stuur mij dan een bericht (deze kun je ook alleen doen en hoeft niet in een groepje zoals in de vraag staat).

Het huiswerk lever in je via itslearning. 

Slide 22 - Slide