1.7 karakter

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Maandag 19 mei

Thema 1 Wie ben jij? 

1.7 Karakter

Maan

Vorige week?

Welke vraag heb jij over de vorige les?

Wat heb je de vorige les geleerd?

Lesdoelen

 Lesdoelen 1.4 

De student kan vertellen over karaktereigenschappen

Karakter?

Zoek tegel op die jij leuk vindt:
Tegeltje wijsheid karakter

Spontaan

Je doet iets zonder veel nadenken.

Voorbeeld?

Avontuurlijk

Je probeert graag nieuwe, spannende dingen.

Voorbeeld?

Vrolijk

Je probeert graag nieuwe, spannende dingen.

Voorbeeld?

Enthousiast

Je bent heel blij over iets.

Voorbeeld?

Nieuwsgierig

Je wilt alles weten.

Voorbeeld?

Maak de test opdracht 88

Opdracht 88. Wat voor karakter heb jij?

Eerst lezen: Welke woorden begrijp je niet? Omcirkel. 

Daarna bespreken we de moeilijke woorden. 

wanneer ben je introvert?

• Je gaat op je laptop kijken/ lezen/ luisteren 
• Begrijp je woorden niet? Kun je ze raden uit de context?  Nee?

                     Zoek ze op met google translate

• Schrijf het woord op in je schrift + voorbeeldzin
• Om __ uur wil ik graag het antwoord horen op de vraag

Klaar? Maak blzaf in je boek.

npokennis.nl

Wijs en nieuwsgierig altijd op zoek naar uitdagingen

Inlevend en behulpzaam, klaar om te helpen.

Stroef in plannen, met veel doorzettingsvermogen,

Kalm en geduldig, ook als het spannend wordt.

Eerlijk en oprecht, ik houd niet van liegen

Studenten laten nadenken over het nut van deze werkvorm > 

• beroepscontext
• de weg vragen/ wijzen
• duidelijkheid vragen

Spinner voor random aanwijzen

Uitkomsten verschijnen hierna op het bord

Lesdoelen

 Lesdoelen 1.4 

De student kan meer Nederlandse woorden en uitdrukkingen gebruiken.

De student kan meer Nederlandse woorden benoemen en herkennen.

De student kan uitleggen hoe hij of zij het beste nieuwe woorden kan leren.