5. Formeel en informeel

Start lezen (10 minuten)
timer
10:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Start lezen (10 minuten)
timer
10:00

Slide 1 - Slide

5. Formeel en informeel

Slide 2 - Slide

Vorige les
Verwijswoorden

de --> die, deze
het --> dit, dat

Slide 3 - Slide

Ik heb een fiets gekocht. ________ fiets heeft drie versnellingen.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 4 - Quiz

We hebben een nieuw spel gekregen. Wil je ________ spel met mij spelen?.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 5 - Quiz

Mijn vader kocht een nieuwe auto. ________ auto is helemaal elektrisch.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Lesdoel
- Je kent het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik.

Slide 8 - Slide

Start: klassikaal
Opdracht 1

Slide 9 - Slide

Maken
Cursus 4: paragraaf 5: alle opdrachten

Klaar?
- Oefentoetsen cursus 6 afmaken (1, 2 en 3)
- Huiswerk voor een ander vak

Slide 10 - Slide