1.2 De grote oorlog

Geschiedenis
3Havo
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Geschiedenis
3Havo

Slide 1 - Slide

Planning
1. Wie ben ik?
2. Wie ben jij?
3. Introductie Eerste Wereldoorlog

Slide 2 - Slide

De eerste les
De Keulenaar​

Afkorting: KLA​
Geschiedenis en Algemene Ontwikkeling​

Schrift, boek en werkboek​
Regels en telefoon
LessonUp





Slide 3 - Slide

Wie zijn jullie?
1. Noem jouw naam
2. Noem een periode/gebeurtenis die je interessant vindt

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De Eerste Wereldoorlog
1.2 De Grote Oorlog

Slide 6 - Slide

Algemene leerdoelen 1.2
1. Je weet wat vooruitgangsdenken inhoudt (les1)
2. Je weet wie elkaar bestreden in de Eerste Wereldoorlog en waardoor de oorlog ontstond (oorzaken) (les 2)
3. Je weet hoe de oorlog begon. (les 3)
4. Je kunt beschrijven hoe de oorlog verliep in het oosten. (les 4)
5. Je kunt beschrijven hoe de oorlog verliep in het westen. (les 4)

Slide 7 - Slide



Wie van jullie denkt er dat het nu beter is dan vroeger?

Slide 8 - Slide

1890 - 1914
De periode net voor de Eerste Wereld oorlog wordt ook wel La Belle époque
=het mooie tijdperk genoemd


Het ging economisch goed door nieuwe uitvindingen en mensen hadden een beter leven dan voor hun tijd

Rust en welvaart​

Nieuwe uitvindingen brengen simpele maar grote verandering
Vooruitgangsdenken!!





Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

De Eerste Wereldoorlog
1.2 De Grote Oorlog

Slide 11 - Slide

Algemene leerdoelen 1.2
1. Je weet wat vooruitgangsdenken inhoudt (les 1)
2. Je weet wie elkaar bestreden in de Eerste Wereldoorlog en waardoor de oorlog ontstond (oorzaken) (les 2)
3. Je weet hoe de oorlog begon. (les 3)
4. Je kunt beschrijven hoe de oorlog verliep in het oosten. (les 4)
5. Je kunt beschrijven hoe de oorlog verliep in het westen. (les 4)

Extra: leven in de loopgraven en shell shock

Slide 12 - Slide

Les 2
Leerdoelen
Je weet het verschil tussen een oorzaak en een aanleiding
Je kunt meerdere belangrijke oorzaken noemen voor spanningen tussen Europese landen rond de eeuwwisseling (1900)
Je weet de vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog

Slide 13 - Slide

Oorzaken vs aanleidingen
 
Verschil in directe aanleiding en indirecte oorzaken​


Het ene zet de oorlog in werking = aanleiding​ 
​  
De andere moeten aanwezig zijn om tot de oorlog te 
komen = oorzaak​

Zonder oorzaak kan er geen aanleiding zijn





Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

1. Lees in stilte 'oorzaken van de oorlog' en 'een snelle start' van 1.2
2. Maak vragen 1 tot en met 4 van 1.2 in het werkboek
3. Begrijp je de drie leerdoelen?

Slide 20 - Slide

Afsluiting Les 2
Herhaling Leerdoelen
Je weet het verschil tussen een oorzaak en een aanleiding
Je kunt meerdere belangrijke oorzaken noemen voor spanningen tussen Europese landen rond de eeuwwisseling (1900)
Je weet de vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog

Slide 21 - Slide

Les 3
Leerdoelen
Ik weet de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog en kan deze uitleggen​ (herhaling)

Ik weet welke rol de aanslag op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije heeft gehad bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog​

Ik weet wat het Schlieffenplan is, of dit plan heeft gewerkt en wat het gevolg was van dit plan

Maar eerst, kijken we de vragen 1 tot en met 4 na




Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

De aanleiding
1. Beschrijf hoe de moord heeft plaatsgevonden
2. Welke oorzaken van de Eerste Wereldoorlog noemt het filmpje nog meer?



https://www.youtube.com/watch?v=m--6MLK3je0

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Les 4
Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe de oorlog verliep in het oosten.
2. Je kunt beschrijven hoe de oorlog verliep in het westen. 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

1. Lees 'strijd aan het oostfront' en 'strijd aan het westfront'
2. Maak vraag 5 tot en met 7 van 1.2

Slide 39 - Slide