Lezen: vaste tekststructuren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

WELKOM 

bij Nederlands 

Planning vandaag

• Periode D
• H2: vaste tekststructuren 
• opdracht 

Grunnings quizje

Periode D

Leesvaardigheid H1 t/m 6

Toets: dinsdag 24 juni (toetsweek) 

Schrijf dit meteen in je daltonplanagenda! 

Wat moet je leren?

Leesvaardigheid H1 t/m 6

• H1: vaste tekststructuren (1)
• H2: vaste tekststructuren (2)
• H3: argumenteren (1) 
• H4: argumenteren (2) 
• H5: signaal- en functiewoorden (1)
• H6: signaal- en functiewoorden (2) 

Puzzelopdracht 

• Elk team heeft zes puzzelstukjes. 
• Leg ze zo snel mogelijk in de juiste volgorde.
• Steek je hand op als je klaar bent.
• Ligt alles goed? Dan heb je gewonnen. 

Debat: pluspunten

• goede voorbereiding
• veel voorbeelden
• beginnen met een vraag 
• opening van het debat "beste jury/docenten"
• bronnen noemen
• de leiding nemen 

Debat minpunten: 

• te kort 
• te snel
• voorlezen!!!
• geen standpunt/stelling noemen
• in het slot nieuwe informatie geven
• discussiëren in het slotpleidooi

Wat is een tekststructuur?

1. De onderdelen van een tekst
2. De verschillende deelonderwerpen in een tekst
3. De manier waarop een tekst is opgebouwd
4. Afwisseling van onderwerpen in een tekst

Waarom is het nuttig om te weten welke tekststructuren er zijn?
Een tekststructuur...

1. .... geeft inzicht in hoofdvraag/-gedachte
2. ....voorspelt wat de auteur gaat behandelen
3. ....helpt samenhang herkennen

Tekststructuur van een betoog:

1. vraag-antwoord
2. standpunt-argument
3. beschrijving
4. verklaring

Wat is de tekststructuur van de tekst hiernaast?

1. probleem - oplossingstructuur
2. verleden-heden-toekomststructuur
3. vraag-antwoordstructuur
4. verklaringsstructuur

Opdracht 

1. Lees het artikel.
2. Welke structuur herken je?

Kies uit: 

• probleem-oplossing 
• verklaring
• verleden-heden-toekomst
• argumentatie 
• aspecten 
• voor- en nadelen
• vraag-antwoordstructuur 

3. Noteer vijf dingen waaraan je dat ziet. 

Opdracht 

1. Lees het artikel.
2. Welke structuur herken je?

Kies uit: 

• probleem-oplossing 
• verklaring
• verleden-heden-toekomst
• argumentatie 
• aspecten 
• voor- en nadelen
• vraag-antwoordstructuur 

3. Markeer vijf dingen waaraan je dat ziet. 

Opdracht deze week 

1. Zoek een artikel, waarbij een van de vaste tekststructuren goed te herkennen is.
   
2. Geef vervolgens aan welke tekststructuur je hebt herkend.
   
3. Onderbouw je keuze met drie argumenten.
   
4. Highlight minimaal vijf aanwijzingen in de tekst, die jouw keuze voor de tekststructuur onderbouwen.
   
5. Lever de tekst met je antwoorden in. 

Vandaag

Leren: verschillende tekststructuren.

Maken: leesvaardigheid H2.

Daarna: verder werken aan je taken.

Opdrachten niet af? Zet ze in je daltonplanagenda: bij vrijdag.