Beheers je de tussen-n?

Tussen-n bij samenstellingen
Beheers je de tussen-N?
Doe de test en oordeel zelf.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tussen-n bij samenstellingen
Beheers je de tussen-N?
Doe de test en oordeel zelf.

Slide 1 - Slide

Voorbeeld: hond + hok

Stap 1.
Heb je maken met 1 van de 3
uitzonderingen?
Stap 2.
Ja? Volg de regel van de uitzondering.
Nee? Ga verder naar stap 3
Stap 3.
Volg het schema verder

Slide 2 - Slide

welk woord is FOUT geschreven
A
beregoed
B
schattebout
C
zonneschijn
D
pannekoek

Slide 3 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
tussenletter
B
tusseletter

Slide 4 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 5 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 6 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 7 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
ziektenkiem
B
ziektekiem

Slide 8 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 9 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
Koninginnedag
B
Koninginnendag

Slide 10 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
zonnensteek
B
zonnesteek

Slide 11 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
rodekool
B
rodenkool

Slide 12 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
beregoed
B
berengoed

Slide 13 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
aspergensoep
B
aspergesoep

Slide 14 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
tarwenmeel
B
tarwemeel

Slide 15 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
gedaanteverwisseling
B
gedaantenverwisseling

Slide 16 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
aperots
B
apenrots

Slide 17 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
apetrots
B
apentrots

Slide 18 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
reuzeleuk
B
reuzenleuk

Slide 19 - Quiz

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Het eerste woord heeft 2 meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 20 - Quiz

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Dit woord heeft twee meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 21 - Quiz

Moet er op de plaats van de ... een tussen-n staan?
met tussen-n
zonder tussen-n
panne...koek
groente...soep
reuze...leuk
eike...boom
honde...riem
bere...sterk
banane...schil
leeuwe...klauw
zonne...bank
spinne...web

Slide 22 - Drag question

Woorden met koppelteken

Slide 23 - Mind map