week 10 vwo/havo 2

V2 semaine 10 
weektaak  semaine 10: 
o Unité 4 – Santé /  4.4 Écouter
- Maken ex. 9 tm 14 (en ligne)
- Leren Apprendre 4,6

weektaak semaine 10 : 
o Unité 4 – Santé
o 4.5 Grammaire II
- Maken ex. 16 a tm e
- Leren Apprendre 5,8

1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

V2 semaine 10 
weektaak  semaine 10: 
o Unité 4 – Santé /  4.4 Écouter
- Maken ex. 9 tm 14 (en ligne)
- Leren Apprendre 4,6

weektaak semaine 10 : 
o Unité 4 – Santé
o 4.5 Grammaire II
- Maken ex. 16 a tm e
- Leren Apprendre 5,8

Slide 1 - Slide

Je me réveille à sept heures.

Slide 2 - Slide

Puis, je me maquille.

Slide 3 - Slide

Et je m'amuse à l'ecole.

Slide 4 - Slide

4.5 wederkerende werkwoorden
Je me réveille à sept heures.              Ik word wakker om zeven uur.
Je me douche à huit heures.              Ik douche me om acht uur.
Puis, je me maquille.                               Ik maak me op.
Et je m'amuse à l'ecole.                          En ik amuseer me op school.

Wederkerend voornaamwoord: in het NEDERLANDS achter de persoonsvorm, in het FRANS ervoor.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

4.5 wederkerende werkwoorden
Deel 1: de tegenwoordige tijd 

Slide 10 - Slide

4.5 wederkerende werkwoorden
Pendant les vacances je me suis levée à 9 heures mais d'habitude je me lève à 7 heures et demie. Moi je ne me rase pas parce que je suis une fille donc  je n'ai pas de barbe. Mais j'aime bien me maquiller un peu le matin.

Slide 11 - Slide

4.5 wederkerende werkwoorden
Deel 2: de voltooide tijd 


Je me suis amusé (e )      Ik heb me geamuseerd

Slide 12 - Slide

se laver
je me suis lavé (e)   - ik heb me gewassen
tu t'es lavé (e) - jij hebt je gewassen
il s'est lavé - hij heeft zich gewassen
elle s'est lavée - zij heeft zich gewassen
nous nous sommes lavé (e ) s - wij hebben ons gewassen
vous vous êtes lavé (e) - u heeft zich gewassen
vous vous êtes lavé (e) s - jullie hebben je gewassen
ils se sont lavés - zij hebben zich gewassen
elles se sont lavées - zij hebben zich gewassen

Slide 13 - Slide

Let op: voltooide tijd. Kies de juiste vorm.
Je ___ couché a 23:30 h.
A
me suis
B
t'es

Slide 14 - Quiz

Let op: voltooide tijd. Kies de juiste vorm.
Il ___ trompé.
A
s'est
B
se sont

Slide 15 - Quiz

Vul de juiste vorm in (t.t.).
Il ___ à sa nouvelle classe (se présenter)

Slide 16 - Open question

Vul de juiste vorm in (t.t./présent).
Vous ___ à quelle heure? (se doucher)

Slide 17 - Open question

Vul de juiste vorm in (v.t.t/pc.).
Ils ___ beaucoup.(s'amuser)

Slide 18 - Open question

Vul de juiste vorm in (v.t.t/pc.).
Je ___ à la salle de bain (se laver)

Slide 19 - Open question

Des questions? 
- Maken ex. 16a tm e en g & h
- Leren Apprendre 5 en 8

Slide 20 - Slide

Het wederkerend werkwoord
je
me
lave
ik was me
tu
te
laves
jij wast je
il/elle
se
lave
hij/zij wast zich
nous
nous
lavons
wij wassen ons
vous
vous
lavez
jullie wassen jullie / u wast zich
ils/elles
se
lavent
zij wassen zich

Slide 21 - Slide

Je ... lève
A
me
B
te
C
se
D
nous

Slide 22 - Quiz

Angell et Dewi ....
A
se concentre
B
me concentre
C
se concentrent
D
nous concentrons

Slide 23 - Quiz

Ik voel me goed
A
je sens bien
B
je te sens bien
C
tu te sens bien
D
je me sens bien

Slide 24 - Quiz

ensemble au livre!
AU TRAVAIL !!!

Slide 25 - Slide