Blok 3-10 Over taal 3K

Nederlands
                        Klas 3D - Les 3.9 Spelling 
                            Over taal                            
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
                        Klas 3D - Les 3.9 Spelling 
                            Over taal                            

Slide 1 - Slide

4 gouden minuten
Telefoon na 4 minuten direct in de tas
Timer op 00:00?
zitten op de plek
Leg de spullen vast klaar
Huiswerk op de tafel


timer
4:00

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Vandaag in deze les:
  • Lesafspraken
  • Terugblik
  • Lesdoel
  • Nakijken huiswerk
  • Instructie Over taal
  • Aan de slag (opdr. 3-4-5 blz. 151/152)

Slide 4 - Slide

Afspraken tijdens de les:
  • Telefoons in de tas aan het begin van de les.
  • Je hebt respect voor elkaar en de omgeving.
  • Je houdt je focus en aandacht bij de les.
  • Je let op jezelf, bemoei je niet met anderen.
  • Steek je hand op wanneer je iets wil vragen of zeggen.
  • Let op je plek in de klas en zorg ervoor dat je de les niet verstoort.

Slide 5 - Slide

Terugblik:
  • De laatste lessen zit er wat meer vaart in de les en lukt het om meer tijd te gebruiken voor het maken van de oefeningen.
  • Je hebt geoefend met werkwoordspelling, meervoud znw en verwijswoorden met/zonder -n.
  • Iedereen heeft nu zijn eigen leesboek bij zich.

Slide 6 - Slide

Lesdoel:
  • Je begrijpt de betekenis van verschillende examenwoorden.
  • Je begrijpt de betekenis van verschillende woorden uit teksten.

  • Je weet wat leenwoorden zijn en kan aangeven uit welk land ze komen.
  • Je begrijpt de betekenis van een aantal uitdrukkingen.

Slide 7 - Slide

Huiswerk bespreken
1 sollicitatiebrief (de) = verzoek aan een werkgever om een baan te krijgen
2 formulier (het) = voorgedrukt document waarop je iets moet invullen
3 systeem (het) = bepaalde manier waarop iets is opgezet of georganiseerd
4 bepaalde = zekere
5 vaardigheid (de) = iets wat je goed of snel kunt
6 gegevens = informatie
7 vermogen (het) = het kunnen van iets
8 (het) effect = gevolg van iets
9 (de) database = gegevensbank, plaats waar informatie digitaal opgeslagen is
10 stellen = zeggen dat het zo is

Slide 8 - Slide

Huiswerk bespreken
1 coördineren = zo organiseren dat alles goed verloopt
2 stimuleren = aanmoedigen
3 voorzien van = geven
4 aangaan = met iets beginnen
5 aanslaan = een succes zijn
6 onder de loep nemen = nauwkeurig onderzoeken
7 schaduwzijde = bezwaren, nadelen
8 richtlijn = aanwijzing voor hoe iets moet en wat niet mag
9 berucht = bekend door iets slechts
10 aangrijpend = ontroerend, hartverscheurend

Slide 9 - Slide

Over taal - theorie
Leenwoorden blz. 150






Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Opdr. 3-4-5 (151)
Opdracht 3 alleen aangeven uit welk land het woord is geleend.

Deze opdrachten mogen ook op de laptop worden gemaakt en zijn het huiswerk voor de volgende les.








Slide 11 - Slide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll