Test: WW. O.V.T. + O.T.T.

Vervoeg in de O.V.T:
lopen => hij ...
1 / 21
next
Slide 1: Open question
NederlandsLager onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Vervoeg in de O.V.T:
lopen => hij ...

Slide 1 - Open question

Vervoeg in de O.V.T:
branden => het ...

Slide 2 - Open question

Vervoeg in de O.V.T:
vinden => ik ...

Slide 3 - Open question

Vervoeg in de O.V.T:
heten => wij ...

Slide 4 - Open question

Vervoeg in de O.V.T:
worden => jij ...

Slide 5 - Open question

Vervoeg in de O.T.T:
worden => jij ...

Slide 6 - Open question

Vervoeg in de O.T.T:
worden => ik ...

Slide 7 - Open question

Vervoeg in de O.T.T:
haasten => hij ... zich

Slide 8 - Open question

Vervoeg in de O.T.T:
tekenen => het meisje...

Slide 9 - Open question

Vervoeg in de O.T.T:
verbeelden => het kind...

Slide 10 - Open question

Vervoeg in de O.T.T:
verbeelden => het kind...

Slide 11 - Open question

Wat is juist?
Hij...
A
heeft gemaakt
B
maakte
C
maakde

Slide 12 - Quiz

Wat is juist?
Jij...
A
verwonte
B
verwonde
C
verwondde

Slide 13 - Quiz

Wat is juist?
Robin...
A
schelde
B
schold
C
scheldde

Slide 14 - Quiz

Wat is juist?
Ik...
A
smeekte
B
smeekde
C
smook

Slide 15 - Quiz

Wat is juist?
jij ...
A
verbind
B
verbindt

Slide 16 - Quiz

Wat is juist?
ik ...
A
meld
B
meldt

Slide 17 - Quiz

Wat is juist?
hij ...
A
beloofd
B
beloofdt
C
beloovt
D
belooft

Slide 18 - Quiz

Wat is juist?
de juf ...
A
vergroodt
B
vergrood
C
vergroot
D
vergroott

Slide 19 - Quiz

Wat is juist?
... je (eerst PV, dan pas O)
A
leid
B
leidt
C
leit

Slide 20 - Quiz

Vul je test/toets formulier in via Google Classroom


Maakte je 0 tot 4 fouten => GROEN
Maakte je 4 tot 8 fouten => ORANJE
Maakte je 8 fouten of meer => ROOD

Slide 21 - Slide