H 16 paragraaf 2

Hoofdstuk 16 paragraaf 2-5
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 16 paragraaf 2-5

Slide 1 - Slide

16.2 Wegving ontslag en Arbo
Je kunt:
  • De opzegverboden van een arbeidsovereenkomst benoemen
  • De manieren herkennen waarop een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde en bepaalde tijd kan eindigen
  • Uitleggen hoe de overheid met wet- en regelgeving zorgt voor goede arbeidsomstandigheden

Slide 2 - Slide

Welke reden voor ontslag is niet terecht? Je wordt ontslagen:
A
omdat je bij een ander bedrijf solliciteert.
B
omdat je werk door een robot wordt overgenomen.
C
terwijl je nog in je proeftijd zit.
D
vanwege tegenvallende resultaten van het bedrijf.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Als je onterecht ontslagen wordt kun je:
A
Naar de rechter gaan
B
Naar de vakbond gaan
C
Je kan niks doen
D
geen idee

Slide 5 - Quiz

Ontslag op staande voet. Welke zin is juist?

1. Als je zelf ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.
2. Bij ontslag op staande voet heb je recht op een uitkering.
3. Roberto zegt tegen zijn baas dat hij meer wil verdienen. Zijn baas mag hem dan op staande voet ontslaan.
4. Bij ontslag op staande voet moet een baas zich houden aan de opzegtermijn.
A
1 is juist.
B
2 is juist.
C
3 is juist.
D
Geen enkele zin is juist.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Wat houdt de transitievergoeding in?
A
Alle werknemers hebben na een arbeidsovereenkomst van ten minste twee jaar, waarnaar ontslag volgt, recht op transitievergoeding.
B
Transitievergoeding geldt alleen voor medewerkers met contracten voor onbepaalde tijd.
C
De transitievergoeding is een vergoeding na ontslag die zowel voor werknemers als zelfstandig ondernemers geldt.
D
Alle medewerkers die een tijdelijk contract hebben dat niet verlengd wordt, hebben recht op een transitievergoeding.

Slide 8 - Quiz

Wanneer mag je een werknemer niet ontslaan?

Slide 9 - Slide

Wanneer mag je een werknemer wel ontslaan?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Maak opgave 16.5 t/m 16.9
Zelf lezen blz 219 
maken opgave 16.10 en 16.11 

Slide 15 - Slide

16.4 Ondernemingsraad en vakbond
Je kunt
  • de bevoegdheden van een ondernemingsraad noemen
  • de bevoegdheden en taken van de vakbond noemen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Bevoegdheden ondernemingsraad

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Bevoegheden/taken vakbond

Slide 20 - Slide

              16.5 Beloning
          Je kunt:
- de bestanddelen van de loonkosten noemen
- de berekening van brutoloon naar nettoloon beschrijven
- verschillende beloningsvormen noemen

Slide 21 - Slide

Premies voor sociale verzekeringen =
premies volksverzekeringen (betaald door werknemer)*
premies werknemersverzekeringen (betaald door werkgever)

*werkgever houdt de premie in van het brutoloon en draagt dit af aan de belastingdienst.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Opstelling bruto-netto loonberekening:
Brutoloon
- pensioenpremie
- loonheffingen (=loonbelasting + premies volksverzek.)
=  Nettoloon

Totale loonkosten bedrijf:
Brutoloon + premies werknemersverzekering
+ bijdrage zorgverkering + pensioenpremie

Slide 26 - Slide

Andere beloningsvormen:
  • In aandelen of opties
  • Carrièreperspectief (belangrijk voor motivatie)
  • Opleidingen en cursussen

Slide 27 - Slide

Aan de slag
Maken opgave 16.14 t/m 16.17

Slide 28 - Slide