1. Een feitelijk argument is een controleerbaar argument.
A
waar
B
niet waar
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
1. Een feitelijk argument is een controleerbaar argument.
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quiz
2. Een niet-feitelijk argument wordt ook wel een waarderend argument genoemd.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
3. Ik heb liever les van meneer Janssen, hij geeft hogere cijfers. Dit is een ...
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk/waarderend argument
Slide 3 - Quiz
3. Ik heb liever les van meneer Janssen, hij is aardiger. Dit is een ...
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk/waarderend argument
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
4. In de vorige slide zag je een ....
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
5. In de vorige slide zag je een ....
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
Slide 8 - Quiz
5a. Ik wil niet naar de andere klas. In de andere klas zit mijn zus, ik wil niet bij mijn zus in de klas. In de laatste zin staan twee argumenten. Deze zijn ...
A
afhankelijk
B
onafhankelijk
Slide 9 - Quiz
5b. Ik ga niet naar Pinkpop. De acts vind ik matig en het bier is te duur. In de laatste zin staan twee argumenten. Deze zijn ...
A
afhankelijk
B
onafhankelijk
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
6. In de vorige slide zag je een ....
A
enkelvoudig, onderschikkende argumentatie
B
meervoudig, onderschikkende argumentatie
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
7. In de vorige slide zag je een ....
A
enkelvoudig, onderschikkende argumentatie
B
meervoudig, onderschikkende argumentatie
Slide 14 - Quiz
8. De 'onderste' argumenten in een onderschikkende argumentatie heten .....
A
steekhoudende argumenten
B
subargumenten
C
hoofdargumenten
D
waarderende argumenten
Slide 15 - Quiz
9. Argumenten waar de spreker of schrijver stilzwijgend vanuit gaat, noemt men ....