...ken je woorden die te maken hebben met huisdieren.
Slide 3 - Slide
Presentie
Slide 4 - Slide
Huiswerkcontrole
Open je boek op p. 58 - 59
ex. 2b, 2c et 3
Slide 5 - Slide
Toets update
Hoe staat het met het nakijkwerk.
Slide 6 - Slide
Paragraphe A: vocabulaire
Tip voor het leren van Vocabulaire A.
Je kunt woorden makkelijker onthouden door er een plaatje bij te bedenken. Wellicht werkt dit voor jou? Probeer het maar eens!
Kijk in voca A en bedenk bij 3 woorden een plaatje. Teken deze in je boek op p.63. Je hebt hier 5 minuten voor. Je buurman of buurvrouw moet nu het juiste woord raden aan de hand van jouw plaatje.
Slide 7 - Slide
Paragraphe A: Où est mon polo blanc?
Jullie gaan nu naar een gesprek luisteren. Hier kun je
een stappenplan voor volgen:
- voorbereiden: lees de opdracht. Wat weet je al over het
onderwerp? > 4b
- globaal luisteren: luister 1x en zoek naar het
hoofdonderwerp. >5a en 5b
- gedetailleerd luisteren: je leest de vragen en luistert
dan nog een keer naar het fragment. >5c
Slide 8 - Slide
Au travail!
Paragraphe A: écouter
Nu jullie je hebben ingelezen op de vocabulaire van A en hiermee geoefend hebben, gaan we het luister fragment maken.
Maak de volgende oefeningen:
- ex. 5a, b, c
Daarna:
- ex. 6a, b
- ex. 7a en b
timer
15:00
Slide 9 - Slide
Afsluiting
Het geluidsfragment ging over het volgende onderwerp:
Noem eens 1 woord die te maken heeft met woordenlijst A.