Mundo focus 7 - leven in de natuur - les 1

Vandaag leren we over de Noordzee, het strand, de vogels aan zee en de schelpen.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WOLager onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag leren we over de Noordzee, het strand, de vogels aan zee en de schelpen.

Slide 1 - Slide

wat hebben we nodig?
  • WO werkboek T7 
  • WO bronnenboek 
  • schrijfgerief

Slide 2 - Slide

Spijtig genoeg kunnen we niet naar zee maar je bent er vast en zeker al geweest.
Noteer in de volgende slide alle woorden waaraan je denkt bij het woord Noordzee.

Slide 3 - Slide

Noordzee

Slide 4 - Mind map

Bedankt voor jullie inbreng.
Dit waren mijn woordjes.

Slide 5 - Slide

In de volgende lessen hebben we het over het strand en de zee. De Noordzee is belangrijk voor de mens.
Lees het tekstje in je bronnenboek p.67

Slide 6 - Slide

Lees nu het tekstje in je boek over het strand. Hier staan moeilijke woorden in.
Zoek je ze even op in het woordenboek?

Slide 7 - Slide

hmm, ik denk dat niet iedereen de moeilijke woordjes opgezocht heeft.
Dan is de juf de hulplijn :-)

levensgemeenschap of biotoop: milieu waarin een bepaalde diersoort gewoonlijk leeft. bv. de biotoop van een vis is water, die van de haas is de weide.
getijden: dalen en stijgen van het zeewater op geregelde tijden, eb en vloed
eb: laag tij, laagwater, afnemend tij
vloed: hoog tij, hoogwater, stijging van de waterspiegel
vloedlijn: lijn die aangeeft tot hoever de vloed het strand heeft bereikt
branding:het schuimend breken van de golven tegen het strand

opdracht
neem je werkboek en vul nr. 1 'op het strand' in.

Slide 8 - Slide

We controleren of we het correct hebben.
Niet?
Verbeter dan netjes.

Slide 9 - Slide

Lees nu het tekstje in je boek over de vogels op het strand. Hier staan ook enkele moeilijke woorden in.
Zoek je ze even op in het woordenboek?

Slide 10 - Slide

Ken je het verschil tussen een steltloper en een zwemvogel?
Steltlopers staan op hoge poten en waden door het water op zoek naar voedsel. Waden betekent door ondiep water lopen.
Zwemvogels hebben zwemvliezen tussen de tenen van hun poten en brengen veel tijd door drijvend op het water.
kluut = steltloper                                             rotgans = zwemvogel

Slide 11 - Slide

In het midden van je werkbundel vind je een extra bundeltje. Op p. 1 vind je de determinatietabel van de zwemvogels en de steltlopers.
Door zo een tabel te gebruiken kun je vaststellen tot welke soort een bepaald dier (of plant) hoort. 
Je start bovenaan bij 'start'. Logisch toch?
Dan lees je de kenmerken en volg je tot wanneer je bij een bepaalde vogel komt.

Dit doe je om in je werkboek nr.2 opdracht 1 op te lossen.
Klaar? Start!

Slide 12 - Slide

We controleren of we het correct hebben.
Niet?
Verbeter dan netjes.

Slide 13 - Slide

klaar voor opdracht 2 en 3?

Bij opdracht 2 schrijf je de namen van de vogels in de juiste kolom. Goed kijken en opzoeken maar!

Bij opdracht 3 kijk je goed naar de tekeningen in je bronnenboek, op de determinatietabel of de foto's in je werkboek.


Slide 14 - Slide

We controleren of we het correct hebben. 
Niet? 
Verbeter dan netjes.

Slide 15 - Slide

Even herhalen.
Hoe noemt deze vogel?

Slide 16 - Open question

Even herhalen.
Hoe noemt deze vogel?

Slide 17 - Open question

Even herhalen.
Hoe noemt deze vogel?

Slide 18 - Open question

Even herhalen.
Hoe noemt deze vogel?

Slide 19 - Open question

Even herhalen.
Hoe noemt deze vogel?

Slide 20 - Open question

Even herhalen.
Hoe noemt deze vogel?

Slide 21 - Open question

Even herhalen.
Hoe noemt deze vogel?

Slide 22 - Open question

Even herhalen.
Hoe noemt deze vogel?

Slide 23 - Open question

Even herhalen.
Hoe noemt deze vogel?

Slide 24 - Open question

Maak een foto van p. 1 en stuur deze door.
(p. 2 stuur je door in de volgende les)

Slide 25 - Open question

We zijn klaar voor vandaag.
Leuke les was dit!

In de volgende les blijven we nog even aan zee.

Slide 26 - Slide