This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Weer en klimaat - QUIZ
Wat weet je al??
Slide 1 - Slide
Bij welke klimaatzone hoort deze grafiek?
A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Het droge klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 2 - Quiz
Welk klimaat is dit?
A
Tropisch regenklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Steppe klimaat
D
Toendra klimaat
Slide 3 - Quiz
Welk klimaat heeft Nederland?
A
landklimaat
B
tropisch klimaat
C
zeeklimaat
D
koud klimaat
Slide 4 - Quiz
In welk klimaat valt de meeste regen?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Koud klimaat
Slide 5 - Quiz
De landen in Zuid-Europa hebben een ...
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Droog klimaat
D
Middellandse zee klimaat
Slide 6 - Quiz
Welk klimaat heeft Egypte?
A
Zeeklimaat
B
Bergklimaat
C
Woestijnklimaat
D
Landklimaat
Slide 7 - Quiz
Weer of klimaat?
"Morgen wordt het mooi weer. 25 graden en af en toe een klein buitje".
A
Weer
B
Klimaat
Slide 8 - Quiz
Wat is een verschil tussen weer en klimaat?
A
periode van meten
B
klimaat gaat over kleiner gebied
C
weer is de gemiddelde toestand van de lucht
D
weer gaat over neerslag en klimaat niet
Slide 9 - Quiz
Stel, je houdt bij jou in de tuin een maand lang de temperatuur bij. Meet je dan het weer of het klimaat?
A
het weer
B
het klimaat
Slide 10 - Quiz
Welk klimaat hoort bij deze kenmerken?
"Hele jaar door neerslag, zomers koel, winters zacht".
A
Landklimaat
B
Middellandse zeeklimaat
C
Zeeklimaat
D
Droog klimaat
Slide 11 - Quiz
Van welk gebied op aarde is dit het klimaat?
A
Brazilië
B
Nederland
C
Marokko
D
Noord-Canada
Slide 12 - Quiz
Een groot deel van West-Europa heeft een ....
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
woestijnklimaat
D
geen klimaat
Slide 13 - Quiz
In een tropisch klimaat wordt het nooit kouder dan...
A
15 graden
B
18 graden
C
20 graden
D
23 graden
Slide 14 - Quiz
Als de aarde niet schuin zou staan dan ...
A
zou het minder hard waaien.
B
zou het in Nederland kouder zijn.
C
zouden we geen seizoenen hebben.
D
zou de zomer langer duren.
Slide 15 - Quiz
Bij een hogedrukgebied hebben we
A
Nat en koud weer
B
Stabiel en nat weer
C
Nat en warm weer
D
Stabiel en droog weer
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
B
De bewolking is te zien door de getekende wolk. De temperatuur staat in cijfers beschreven en de wind is weergegeven via een pijl met daarin een getal voor de windkracht. Wat ontbreekt is de informatie over de luchtdruk en de neerslag.
Slide 22 - Slide
Bekijk nogmaals bron 2.
De temperatuur bovenop de Martinitoren is 7 °C. De Martinitoren is ongeveer 100m hoog. Wat is de temperatuur aan de grond?
A. 1 °C
B. 6,4 °C
C. 7,6 °C
D. 13 °C
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Noem de verandering waardoor de eitjes van de tijgermug tegenwoordig wel kunnen overleven in Nederland.