Konjunktiv 2

Konjunktiv 2
1 / 7
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolWOStudiejaar 5

This lesson contains 7 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Konjunktiv 2

Slide 1 - Slide

Wat drukt deze zin uit?

Slide 2 - Mind map

Hoe zou je dit in het Nederlands formuleren/ vertalen?

Slide 3 - Mind map

Definitie
In het Duits gebruik je de Konjunktiv II om aan te geven dat het om een wens, een niet-werkelijkheid of beleefdheid gaat: 

Als ik rijk zou zijn, zou ik een grotere auto kopen. 
Ik zou mij kunnen voorstellen, dat er in de toekomst robots komen.
Ik zou graag een cola hebben.

Slide 4 - Slide

Vormen
Je vormt de Konjunktiv II vaak als wenn ....., (dann) ..... , als en door würden + infinitief in te zetten.

Soms gebruik je de eigen vormen van het werkwoord. Hierbij is er altijd een Umlaut!


Slide 5 - Slide

würden
sein
haben
können*
ich
würde
wäre
hätte
könnte
du
würdest
wärst
hättest
könntest
er/sie/ es
würde
wäre
hätte
könnte
wir
würden
wären
hätten
könnten
ihr
würdet
wärt
hättet
könntet
sie/Sie
würden
wären
hätten
könnten
* Let op: Alle Modalverben gaan zoals dit voorbeeld (dus met Umlaut)

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
Wenn ich reich wäre, würde ich mir ein großes Auto kaufen.
Wenn ich das gewusst hätte, (dann) wäre ich nicht gekommen.
Ich könnte mir vorstellen, dass es in der Zukunft Robots gibt.
Ich hätte gerne eine Cola.

Slide 7 - Slide