Diabetes type 1 en 2

Diabetes type 1 en 2
LE 9 Diabetes
1 / 35
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Diabetes type 1 en 2
LE 9 Diabetes

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tijdsplanning
Herhaling lesstof leerjaar 1
Start theorie diabetes type 1 en 2
Complicaties diabetes
Afsluiten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan jij:
- Uitleggen wat het verschil is tussen type 1 en type 2 diabetes
- Minimaal drie symptomen benoemen van een hyper
- Minimaal drie symptomen benoemen van een hypo

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat vullen wij in bij de S van SOEP?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat vullen wij in bij de O van SOEP?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat vullen wij in bij de E van SOEP?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat vullen wij in bij de P van SOEP?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Moeder van haar vijf jarige dochter belt naar de praktijk omdat haar dochter vlekjes op de huid heeft, maar ook koorts. Welke ingangsklacht hoort hierbij?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Pieter belt naar de praktijk. Hij heeft een bloedneus. Zelf heeft hij nog niks gedaan. Welk advies geven wij?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Maryam heeft meningitis. Zij heeft petechiën, een stijve nek en hoofdpijn. Welk advies geven wij?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Deborah is zwanger en heeft hierbij ook bloedverlies. Welke ingangsklacht hoort hierbij?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Annelies heeft pijn bij het plassen, branderig gevoel en moet vaker plassen dan normaal. Wat zou dit kunnen zijn?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Inge is tijdens het buitenspelen gevallen van de step en heeft een schaafwond. Er zijn geen alarmsymptomen (U5). Wat is het advies?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Marlies heeft keelpijn en kan mond niet goed openen. Welke urgentie hoort hierbij?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Piet (3 jaar) heeft waterpokken (zonder koorts). Welke ingangsklacht hoort hierbij?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Welke symptomen horen bij waterpokken?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Welk advies zou je kunnen geven bij waterpokken (u5)?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Diabetes mellitus

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Insuline
  • Insuline is een hormoon
  • Insuline hebben we nodig in ons lichaam, omdat insuline zorgt ervoor dat GLUCOSE (SUIKER) wordt opgenomen in onze lichaamscellen. Onze cellen hebben glucose nodig, omdat het dient als energiebron. 
  • Bij een goed werkende alvleesklier is vaak de insuline goed geregeld

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Insuline en glucagon
Insuline: hormoon dat een rol speelt bij de glucosewaarde. Een tekort of geen aanmaak hiervan, leidt tot diabetes. Wordt aangemaakt in de alvleesklier.
 

Glucagon: wordt aangemaakt in de alvleesklier. Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt.

Slide 21 - Slide

Suikerziekte wordt diabetes mellitus genoemd
Er zijn verschillende diabetes vormen, maar wij gaan diabetes type 1 en 2 behandelingen.

Wat is het verschil tussen type 1 en 2 wie weet dat?
type 2: er wordt insuline een beetje aangemaakt
type 1: er wordt helemaal geen insuline aangemaakt.
we hebben suiker in ons lichaam nodig, omdat het dient als energie voor onze cellen. wanneer onze cellen overgevoelig zijn nemen ze geen insuline in. dit is net als bij antibiotica.

insuline: is een hormoon. Insuline zorgt ervoor dat glucose wordt opgenomen

glucose: wordt opgenomen in je bloed.

glucagon: is een hormoon Komt je bloedsuikergehalte onder een bepaalde grens, dan maakt je alvleesklier glucagon aan. Glucagon is net als insuline een hormoon. Samen zorgen ze ervoor dat je bloedsuikergehalte in balans blijft

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Insuline afhankelijk.
Cliënten met diabetes type 1 zijn afhankelijk van het dagelijks kunstmatig toedienen van insuline.
Het eigen afweersysteem valt de eilandjes van langerhans (in de alvleesklier) aan waardoor zij geen of weinig insuline aanmaken

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Insulineonafhankelijke type.

Cliënten met diabetes type 2 maken wel insuline aan, maar onvoldoende.
De cellen in het lichaam zijn minder gevoelig voor geworden voor insuline > er gaat te weinig suiker vanuit het bloed naar de cellen> bloedsuiker wordt te hoog.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Symptomen diabetes
- Veel plassen (door hoge concentratie van suiker in het bloed)
- Droge mond > dorst (Glucose neemt veel water op)
Aceton adem (tekort aan brandstof, doordat bloedsuiker in het bloed blijft)
- Moeheid
- Afvallen (vetweefsel wordt verbrand)
- Vaak terugkerende (blaas)ontsteking (door slechte doorbloeding)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken
Ruim 800.000 mensen in Nederland heeft Diabetes
9/10 heeft type 2

- Erfelijke aanleg
- Overgewicht: )Overgewicht maakt de cellen in het lichaam minder gevoelig voor insuline).
- Te veel vet eten i.c.m. te weinig bewegen
- Roken (Door te roken worden de cellen in je lichaam ongevoeliger voor insuline).

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Glucose waarden nuchter
Normale waarde (geen diabetes):
- <6,1 mmol/l
Voorstadium van diabetes:
- tussen de 6,1-6,9 mmol/l
Diabetes:
- >6,9 mmol/l

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Glucose waarden niet nuchter
Geen diabetes:
- <7,8 mmol/l
Geen oordeel mogelijk:
- Tussen de 7,8 en 11 mmol/l
Diabetes:
- >11 mmol/l

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hyperglykemie

Waarde:
- > 15 mmol/l
Oorzaken:
- Dosis insuline is te laag
Te veel gegeten (teveel aan koolhydraten tegelijk)
- Stress
- Ziekte

Als de glucose verder stijgt>
- Adem ruikt naar aceton
- Misselijkheid 
- Duizelligheid
- Ademhaling diep/snel
- Braken/buikpijn

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Hypoglykemie
Waarde:
- < 3,5 mmol/l
Oorzaken:
Te weinig gegeten
Te veel lichaamsinspanning
Te veel insuline gespoten/ 
of op verkeerde tijd
Braken
Als de glucose verder daalt>
Patiënt kan bewusteloos raken


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Open de triagewijzer 
Ingangsklacht:
- Diabetes

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat is het advies bij een Hyperglykemie (> 15 mmol/l zonder klachten) (U5)?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Wat is het advies bij een Hyperglykemie (> 15 mmol/l met klachten) (U5)

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Wat is het advies bij een hypoglykemie (U5)?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan jij:
- Uitleggen wat het verschil is tussen type 1 en type 2 diabetes
- Minimaal drie symptomen benoemen van een hyper
- Minimaal drie symptomen benoemen van een hypo

Slide 35 - Slide

This item has no instructions